Categorie: "Ecologie"

Duitse wolvenpopulatie groeit ondanks wegen en illegale jacht

Wolf-300x201Ondanks het toenemende gevaar van drukke wegen en stropers gaat het goed met de wolf in Duitsland. De populatie blijft groeien. Het staat vast dat er inmiddels zestig roedels in het land leven. Dat zijn er dertien meer dan vorig jaar. Dat blijkt uit gegevens van de federale dienst natuurbescherming (BfN) en het wolvenonderzoeksbureau DBBW. De cijfers zijn in Berlijn gepresenteerd. De roedels herbergen in totaal honderdvijftig tot honderdzestig volwassen exemplaren. Welpen zijn hierbij niet meegeteld, vooral omdat ze nog geen rol spelen bij de voortplanting en vaak jong sterven. De omvang van de roedels, aangetoond door onder meer uitwerpselen, sporen en fotovallen, varieert van drie tot elf dieren. De minister van Milieu van Mecklenburg-Vorpommern schat het totale Duitse wolvenbestand op 650. Het verspreidingsgebied telt inmiddels zeven deelstaten, waaronder het aan Nederland grenzende Nedersaksen.

Trekduiven stierven uit omdat ze met zoveel waren

rom-pair-410Afbeelding: Royal Ontario Museum

De trekduif geldt als een van de krachtigste voorbeelden van door de mens gepleegde ecocide. Tot in de negentiende eeuw kwamen ze op grote schaal voor in Noord-Amerika. Hun aantal werd zelfs geschat op drie tot vijf miljard exemplaren. De vogel stierf echter in een rap tempo uit, mode doordat ze zo intensief werden bejaagd door mensen. Het was voor wetenschappers lange tijd een mysterie waarom de soort niet in staat was te overleven, al was het maar in een paar kleine, geïsoleerde populaties. Eerder onderzoek suggereerde dat er sprake was van een onstabiele populatie trekduiven die het uitsterven door de jachtdruk versnelde. Maar nu komt een andere onderzoeksgroep met nieuwe conclusies. De theorie is dat trekduiven genetisch aangepast waren om te leven in grote groepen, maar niet goed in kleine groepen konden gedijen. De verandering in populatie-omvang door de jacht voltrok zich zo snel dat de duif niet in staat was om zich aan te passen aan de nieuwe situatie.

Zeldzame witte ransuil gezien in Amsterdam

Foto: Paul van Tol

thumbEen opvallende waarneming uit de omgeving van Amsterdam. Aan de noordkant van de Coentunnel hebben vogelaars namelijk een sneeuwwitte ransuil gezien. Vogelliefhebber Paul van Tol dacht eerst dat hij een kaketoe in het vizier had, maar zag bij nader inzien dat het ging om een albinovariant van de inheemse ransuil. Het is zeldzaam dat de uil de weg naar volwassenheid met succes heeft afgelegd. Vanwege zijn afwijkende kleur valt hij namelijk erg op en vormt de vogel een makkelijk zichtbare prooi voor andere roofdieren zoals de havik. De ransuil is vooral een nachtjager en laat zich normaal gesproken overdag niet vaak zien.

Prehistorische reuzenotter domineerde Chinese moerassen

Illustratie: Mauricio Anton

Siamogale-sceneSiamogale melilutra, een enorme otter die ongeveer het formaat had van een hedendaagse wolf en zo’n vijftig kilo op de weegschaal bracht, leefde zes miljoen jaar geleden in de moerassen van zuidwestelijk China en was waarschijnlijk een dominant en formidabel roofdier. Tot die conclusie komen paleontologen nadat ze de kaken van het prehistorische zoogdier hebben onderzocht. De gigant kon zelfs met gemak schelpdieren of de botten van vogels en andere zoogdieren fijnmalen. Dat is op zich opvallend, want voor hedendaagse otters geldt juist dat kleine soorten in relatief opzicht sterkere kaken hebben dan hun grotere verwanten.

Fossiele resten van oerbos gevonden op Antarctica

Foto: Lyubomir Ivanov, Wikimedia Commons/GPL

200px-HuronOp Antarctica zijn fossiele resten van een oeroud bos gevonden. Het woud bedekte circa 260 miljoen jaar geleden, dus nog voordat de dinosauriërs hun opwachting maakten op het evolutionaire toneel, delen van de Zuidpool. Destijds bestond de landmassa op aarde nog uit twee continenten, Gondwanaland in het zuiden en Laurazië in het noorden. Antarctica maakte, samen met gebieden als het huidige Zuid-Amerika, Afrika, India en Australië, deel uit van Gondwanaland. Het gebied was destijds warm en vochtig en werd bevolkt door mossen, varens en overwegend kleine dieren.

Korte armpjes van Tyrannosaurus hadden hoogstwaarschijnlijk toch functie

TrixnaturalisDe voorarmpjes van de beruchte Tyrannosaurus rex, die piepklein zijn in verhouding tot de rest van het lichaam, worden vaak afgedaan als deels rudimentaire ledematen zonder echte functie. Paleontoloog Steve Stanley denkt daar op basis van recent onderzoek echter heel anders over. Volgens hem wijzen zeker zes kenmerken erop dat de armpjes van T. rex zeker een functie hadden. Sterker nog: ze waren volgens de Amerikaan zelfs van cruciaal belang tijdens de jacht. Volgens Stanley gebruikte de vleesetende dinosaurus zijn korte armen bijvoorbeeld wanneer hij op de rug van een prooidier sprong of een slachtoffer tussen zijn krachtige kaken had geklemd. Met de armpjes – die elk waren uitgerust met twee grote klauwen – kon een Tyrannosaurus binnen een paar seconden vier diepe, meer dan één meter lange wonden aanbrengen in het lichaam van zijn ongelukkige prooi. Ondanks hun bescheiden formaat, waren de voorpoten van Tyrannosaurus rex vermoedelijk enorm sterk omdat ze werden ondersteund door een bundel ijzersterke spieren.

Verdwijnen dinosauriërs maakte van nachtactieve zoogdieren dagdieren

TrixkopDat veel zoogdieren (waaronder wijzelf) tegenwoordig overwegend dagactief zijn, is grotendeels te danken aan het verdwijnen van de dinosauriërs. Voordat de reuzenreptielen circa 66 miljoen jaar geleden definitief van de aardbodem verdwenen, waren alle zoogdieren nachtwezens. Logisch natuurlijk, want onder de deken van het nachtelijk duister was de kans kleiner dat de kleine warmbloedigen ten prooi vielen aan vleesetende dinosauriërs. Toen het dinogevaar verdween, konden de zoogdieren steeds vaker overdag actief worden. Die overgang duurde een paar miljoen jaar. Britse en Israëlische wetenschappers hebben de tijd die de verandering in beslag nam berekend en schrijven erover in het wetenschapsblad Nature Ecology & Evolution.

Veel bijzondere zeevissen in Zeeuwse delta

77915_w598_r598-336_27f1304Foto: Hans Hillewaert

Er zijn in 2017 veel bijzondere zeevissen gezien in de Zeeuwse delta. De meest in het oog springende voorbeelden zijn de gehoornde slijmvis, steenslijmvis, paganelgrondel, zwartooglipvis, mul en het kortsnuitzeepaardje (zie foto). De komst van de voor onze contreien behoorlijk zeldzame vissen wordt hoogstwaarschijnlijk bespoedigd door de klimaatverandering. Dat zie je bijvoorbeeld bij de gehoornde slijmvis en steenslijmvis, soorten die houden van warm water. De gehoornde slijmvis werd in 1998 voor het eerst gezien in de Oosterschelde.

Reptielenseizoen 2017 nadert einde

Groteaddervrouw21augustusHet herfsttij van het herpetoseizoen 2017 is langzaamaan weer aangebroken. Je vindt hier en daar nog een enkele adder, hazelworm of bruine kikker in het veld, maar het gros van de reptielen en amfibieën heeft de meeste activiteiten al gestaakt en is al richting een mooi winterplekje getrokken. Gladde slangen, zandhagedissen en levendbarende hagedissen zie je momenteel bijvoorbeeld niet of nauwelijks meer in Nationaal Park De Meinweg, mijn voorkeursoord voor het zoeken naar herpetofauna. Vreemd is dat natuurlijk niet. De eerste helft van november is meestal het tijdstip waarop typisch warmteminnende diergroepen als reptielen en amfibieën in onze contreien langzaamaan in winterrust gaan. Het is ook geen toeval dat de adder vaak de soort is die het langst actief blijkt.

Breedsnuithalfmaki sterft mogelijk uit door klimaatverandering

Foto: Dennis Tang, Wikimedia Commons/CC BY-SA 2.0

BreedsnuithalfmakiMaki’s vormen een unieke tak van de primatenorde die alleen maar op Madagaskar voorkomt. Helaas worden veel soorten vandaag de dag met uitsterven bedreigd omdat er nog slechts een fractie van hun oorspronkelijke leefgebied overblijft. Dat geldt ook voor de mooie en schattig ogende breedsnuithalfmaki (Prolemur simus). In de toekomst krijgt de toch al bedreigde halfaap bovendien nog te maken met een extra probleem. De breedsnuithalfmaki voedt zich namelijk, net zoals de reuzenpanda, vrijwel uitsluitend met bamboe. Van de bamboe eten ze het liefst de voedzame en zachte bamboescheuten. Alleen in het droge seizoen, als deze lekkere bamboescheuten niet groeien, gebruiken de maki’s hun gespecialiseerde tanden om ook de stam te verorberen. Die tactiek passen ze alleen toe van augustus tot en met november. Nieuw onderzoek wijst echter uit dat de beestjes in de nabije toekomst langer afhankelijk zullen zijn van de harde bamboestammen.