Foto: Lyubomir Ivanov, Wikimedia Commons/GPL
Op Antarctica zijn fossiele resten van een oeroud bos gevonden. Het woud bedekte circa 260 miljoen jaar geleden, dus nog voordat de dinosauriërs hun opwachting maakten op het evolutionaire toneel, delen van de Zuidpool. Destijds bestond de landmassa op aarde nog uit twee continenten, Gondwanaland in het zuiden en Laurazië in het noorden. Antarctica maakte, samen met gebieden als het huidige Zuid-Amerika, Afrika, India en Australië, deel uit van Gondwanaland. Het gebied was destijds warm en vochtig en werd bevolkt door mossen, varens en overwegend kleine dieren. De bomen leefden onder extreme omstandigheden en schakelden daarom snel over van zomer naar winter. Hun ‘herfst’ duurde hooguit een maand.Ongeveer 250 miljoen jaar geleden, dus zo’n tien miljoen jaar nadat de gevonden bomen leefden, stierven vrijwel alle vroege dieren- en plantensoorten uit. Dat kwam waarschijnlijk door vulkaanuitbarstingen in Siberië. Die vulden de dampkring met giftige gassen. In de soortenarme wereld die achterbleef kwamen langzaam maar zeker de voorlopers van de dinosauriërs op.
Lees ook:Zuidpool was ooit bedekt met tropisch regenwoud
Lees ook:Taxonomische indeling dinosauriërs mogelijk op de schop
Lees ook:Reuzenpinguïn ontdekt op Antarctica
Lees ook:Paleontologen vinden fossiel van 85 miljoen jaar oude inktvis
Lees ook:Intacte vleugels van vogels uit dinosaurustijdperk gevonden