Het Indiase Rushikulya-strand vormde afgelopen zaterdag het decor van een indrukwekkende gebeurtenis. Tientallen vrouwelijke zeeschildpadden kwamen er het land op om hun eieren te leggen. Het fraaie natuurtafereel wordt mooi in beeld gebracht in deze video. De reptielen keren jaarlijks terug naar deze plek om nageslacht voort te brengen. →
Categorie: "Dierengedrag"
DNA verraadt waarom vampiervleermuizen kunnen leven van bloed
Foto: Wikimedia Commons/CC BY-SA 3.0
Vampiervleermuizen zijn dieren wier dieet exclusief uit bloed bestaat. Maar hoe is hun lichaam hierop aangepast, zeker als je bedenkt dat de meeste andere vleermuizen insecten, fruit of nectar eten? Bovendien is bloed een relatief suiker- en vitaminearme voedingsbron die ook nog eens gevaarlijke virussen kan bevatten. Onderzoek naar het genoom en uitwerpselen van de vampiers toont aan dat de spijsverteringsorganen van de dieren talloze gespecialiseerde bacteriën bevatten. Bovendien beschikt het dier over verscheidene bijzondere genen die een ‘bloeddieet’ faciliteren. →
Zeekat zet stekels op vanuit het niets
Foto: Richard Ling, Wikimedia Commons/CC BY-SA 2.0
De zeekat Sepia apama heeft normaliter een gladde huid. Tot het weekdier zich bedreigd voelt. Dan verschijnen op de huid razendsnel en schijnbaar vanuit het niets driedimensionale stekels die hij zeker een uur overeind kan houden. De stekels zorgen ervoor dat de zeekat – die tot de familie der inktvissen behoort– wat wegheeft van koraal en letterlijk één wordt met zijn omgeving. Is het gevaar geweken? Dan verdwijnen de stekels nog sneller dan ze gekomen zijn en zwemt de zeekat rustig weg. Het tafereel is vastgelegd op video en recentelijk nader onderzocht door een wetenschapsteam onder leiding van onderzoeker Paloma Gonzalez-Bellido. De truc van de zeekat is te herleiden naar spieren in de papillen, de officiële naam voor de ‘stekels’. Die spieren doen iets wat we voornamelijk kennen van kokkels en andere tweekleppigen. De spieren trekken bij dreiging samen en ontspannen pas zodra er een chemisch signaal in de vorm van een neurotransmitter vrijkomt. →
Mieren verzorgen gewonde strijdmakkers
Foto: Erik T. Frank
Mieren van de soort Megaponera analis, die voorkomen in Afrika bezuiden de Sahara, zijn zespotige krijgers die zich geregeld bezondigen aan geweld tegen andere mierenkolonies of insecten. Het goede nieuws voor de beestjes: ze kunnen doorgaans wel rekenen op de hulp en EHBO-vaardigheden van hun strijdmakkers. De mieren overvallen meerdere malen per dag termietennesten in de buurt. Ze grijpen de termieten en nemen ze mee naar hun eigen nest, waar de slachtoffers uiteindelijk worden opgegeten. De termieten laten dat echter niet zomaar gebeuren, waardoor de mieren vaak in aanvaring komen met termietenwachters die als taak hebben om hun nest te verdedigen. En dat doen de termieten met verve; met hun krachtige kaken kunnen ze een mier gemakkelijk van een ledemaat ontdoen. Op het moment dat een mier gewond raakt, ‘roept’ de gewonde zijn soortgenoten door een chemische substantie af te geven. De soortgenoten komen aangesneld en dragen de gewonde mier terug naar het nest, zo ontdekten Duitse onderzoekers vorig jaar. →
Stille sprinkhaan pikt vrouwtjes van roepende soortgenoot in
Mannelijke sprinkhanen verleiden hun vrouwelijke soortgenoten met geluid. Sprinkhanengezang ontstaat als de mannelijke beestjes hun vleugels in rap tempo tegen elkaar wrijven. Op bepaalde plekken trekt het gezang van de mannelijke sprinkhanen ook parasitaire wespen aan. Die dienen de sprinkhanen een verlammende steek toe en leggen hun eitjes in het sprinkhanenlichaam. Dit dient vervolgens als een levende vleesvoorraad voor de wespenlarven die uiteindelijk uit de eitjes kruipen en de sprinkhaan van binnenuit opvreten. Het gevolg hiervan is dat bepaalde mannelijke sprinkhanen op een aantal Hawaïaanse eilanden niet meer roepen. →
Ruim honderd pootafdrukken van mammoeten gevonden in Oregon
In de Amerikaanse staat Oregon zijn meer dan vijftig pootafdrukken van Amerikaanse mammoeten (Mammuthus columbi) gevonden. Afgaand op de pootafdrukken bestond de groep uit volwassen en jongvolwassen mammoeten en zelfs een baby-mammoet. Zij duwden hun poten zo’n 43.000 jaar geleden in de zachte ondergrond, zo schrijven onderzoekers in het blad Palaeogeography, Palaeoclimatology, Palaeoecology. Een specifiek, twintig meter lang spoor van pootafdrukken springt er voor paleontologen echt uit. “Deze afdrukken bevinden zich bijzonder dicht bij elkaar. De afdrukken aan de rechterzijde zijn bovendien dieper dan die aan de linkerzijde, alsof een volwassen mammoet mank liep,” vertelt onderzoeker Greg Retallack. Nabij de pootafdrukken van de volwassen mammoet werden ook twee kleinere verzamelingen pootafdrukken teruggevonden. →
Bidsprinkhanen beschikken over geavanceerde 3D-visie
Foto: Newcastle University
Onze driedimensionale blik op de wereld komt in veel opzichten uitstekend van pas. Het helpt ons bijvoorbeeld bij het correct inschatten van afstanden. Onze hersenen voegen deze twee gezichtspunten samen om een enkel beeld te creëren. De verschillen tussen de twee aanzichten gebruiken we om te berekenen hoe ver dingen van ons vandaan zijn. Maar mensen zijn zeker niet de enige dieren die stereovisie hebben. Ook apen, katten, paarden, uilen en padden zijn er bijvoorbeeld mee uitgerust. In de insectenwereld is 3D-visie zeldzamer en komt het voor zover bekend alleen voor bij bidsprinkhanen. Onderzoekers van de Universiteit van Newcastle wilden weleens weten of de stereovisie van bidsprinkhanen op dezelfde manier werkt als bij mensen. Om dit te onderzoeken maakten ze speciale 3D-brillen die tijdelijk op de beestjes vast gelijmd werden met bijenwas. In hun eigen insecten 3D-bioscoop konden de bidsprinkhanen een film bewonderen waarin smakelijke prooien te zien waren die vlak voor hun neus zweefden. De illusie was zo levensecht dat de bidsprinkhanen zelfs de prooien probeerden te grijpen. Vervolgens kwamen de onderzoekers met een andere voorstelling op de proppen. Ze lieten de bidsprinkhanen een complex stippenpatroon zien, een concept dat ook veelvuldig wordt gebruikt om het driedimensionale zicht bij mensen te onderzoeken. →
Neuraal netwerk om over land te lopen al bij prehistorische vissen aanwezig
Foto: Andy Martinez/NOAA, Wikimedia Commons
Onderzoekers hebben ontdekt dat de laatste gemeenschappelijke voorouder van haaien en zoogdieren 400 miljoen jaar geleden al onder water liep. Een opvallende ontdekking, want dat is zo’n 50 miljoen jaar voordat landdieren hun eerste voetstapjes op het aardoppervlak deden. Het vermogen om te lopen ontwikkelde zich dus al miljoenen jaren voordat het eerste landdier daadwerkelijk voet aan wal zette. De onderzoekers kwamen tot die conclusie nadat ze de genexpressie, bewegingen en lichaamsfuncties van de kleine rog (Leucoraja erinacea) bestudeerden. Deze vis, die ondanks zijn naam iets dichter bij de haaien dan bij de echte roggen staat, is vertoont veel overeenkomsten met de bovengenoemde voorouder van kraakbeenvissen en zoogdieren en loopt ook nog steeds gedeeltelijk over de zeebodem. Wat opvallend is aan het ‘loopgedrag’ van de kleine rog en bepaalde, prehistorische oerhaaien is dat lange tijd werd verondersteld dat het zenuwstelsel dat nodig is om te kunnen lopen uniek is voor landdieren die ongeveer 380 miljoen jaar geleden voor het eerst het land op gingen. →
Spechten hebben misschien toch last van hersenbeschadiging
Foto: Alastair Rae, Wikimedia Commons/CC BY-SA 2.0
Het getimmer van spechten stelt de vogels bloot aan enorme krachten. De g-krachten die bij de activiteit vrijkomen zijn bijvoorbeeld vele malen groter dan de waarden waaraan een Formule 1-coureur wordt blootgesteld. Sterker, ze zijn veertien keer hoger dan krachten die bij ons mensen zouden resulteren in een acute hersenbeschadiging. Spechten beschermen hun brein onder meer met hun extreem lange tong, die tijdens het kloppen als een schokbeschermer om de kop is gedraaid. Toch toont nieuw onderzoek aan dat er in het brein van spechten sprake is van een opeenstapeling van een eiwit – tau genaamd – dat bij mensen geassocieerd wordt met hersenbeschadigingen. “De basiscellen in het brein zijn neuronen. Dan zijn er de cellichamen en de axonen, die fungeren als telefoonlijnen die de communicatie tussen de neuronen verzorgen,” stelt onderzoeker George Farah. “De tau-eiwitten wikkelen zich rond de telefoonlijnen, waardoor ze beschermd en stabiel blijven, maar tegelijkertijd flexibel zijn.” De tau-eiwitten hebben dus een duidelijke functie in het brein. Maar té veel van deze eiwitten vormen een probleem, vooral omdat zo’n overdaad de communicatie tussen neuronen kan verstoren. →
Parasitaire wesp is uitgerust met ingebouwde zaag
Foto: Carolyn Trietsch
Veel creaturen of processen die terugkomen in horrorfilms zijn ontleend aan echte voorbeelden uit de levende natuur. Een recentelijk ontdekte, parasitaire wespensoort die luistert naar de Latijnse naam Dendrocerus scutellaris is hier een goed voorbeeld van. Het dier is namelijk uitgerust met een rij gezaagde stekels op zijn rug. Kijkend naar de anatomie van het dier, nemen biologen aan dat het gaat om een endoparasiet, een dier dus dat in het lichaam van zijn gastheer kruipt/leeft en/of daar zijn eitjes legt. De larven doen zich van binnenuit tegoed aan het lichaam van de gastheer en banen zich als volwassen dieren een weg naar buiten. De meeste endoparasitaire insecten gebruiken hier hun scherpe kaken voor, maar omdat Dendrocerus scutellaris mist die. →