Grote zeezoogdieren als blauwe vinvissen en potvissen zijn imposante verschijningen door hun gargantueske afmetingen. Als je hun grootte vergelijkt met de afmetingen van landzoogdieren, ontstaat al snel het idee dat zeezoogdieren onbeperkt kunnen blijven groeien. Nieuw onderzoek, dat is gepubliceerd in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences, wijst echter uit dat dit niet klopt. Sterker, de groei van zoogdieren lijkt in het water zelfs sterker te worden begrensd dan op het land. Die bevinding staat haaks op wat onderzoekers lang dachten. Aangenomen werd dat dieren in het water gemakkelijker ontzettend groot konden worden, vooral omdat de oceanen zo machtig groot zijn én zeezoogdieren dus gewoon kunnen drijven en hun lichaamsgewicht dus niet op poten hoeven te dragen. Toch klopt die redenering niet helemaal. Het analyseren van fossielen en nog levende soorten wijst uit dat landdieren wel snel groter worden als ze permanent het water ingaan. Dat komt omdat kleine zoogdieren in het water sneller lichaamswarmte verliezen dan grote. Het groter worden is dus bittere noodzaak om te kunnen overleven. Maar de omvang van zeezoogdieren blijkt ook een bovengrens te hebben. Hun stofwisseling neemt namelijk sneller toe dan het vermogen van het dier om voedsel te verzamelen. Hierdoor lopen deze dieren dus uiteindelijk tegen een maximale omvang aan. “In feite zijn dieren biologische machines die energie nodig hebben om te opereren. Deze behoefte aan energie stelt harde grenzen aan wat dieren kunnen doen en hoe groot ze kunnen zijn,” vertelt onderzoeker Craig McClain.
Bron: Scientias
Lees ook:Krimp van zoogdieren gaat sneller dan groei
Lees ook:Grote landzoogdieren ontstonden door uitsterven dinosauriërs
Lees ook:Zeedieren worden steeds groter
Lees ook:Kernramp Japan heeft grote impact op mariene ecosystemen
Lees ook:Superratten duiken op in Groot-Brittannië