Foto: ANP
Amerikaanse biologen hebben duizenden pasgeboren zeeschildpadden uitgezet in de Golf van Mexico. De 70.000 schildpadden langer in gevangenschap houden is volgens hen schadelijker dan wachten tot de olie is opgeruimd. Vrijwilligers hebben ruim een maand geleden voorzichtig tienduizenden schildpadeieren van de stranden gehaald. De diertjes zijn nu bij de kust van Texas, op 600 kilometer afstand van de olievlekken, uitgezet. De biologen denken dat de olie door BP is opgeruimd als de dieren het rampgebied bereiken. Texas heeft in vergelijking met staten als Louisiana en Alabama relatief weinig last van de olieramp. →
Categorie: "Ecologie"
Slangenarenden gezien in Nederland
In het natuurgebied Fochteloërveen, op de grens van Drenthe en Friesland, is een slangenarend waargenomen. In Europa broedt de slangenarend in Zuid-Frankrijk, Spanje en Oost-Europa. Jonge slangenarenden die nog niet geslachtsrijp zijn, zwerven gedurende de zomer door heel Europa. En zo kan het gebeuren dat ook Nederland een vast vakantieadres is voor deze jonge slangenarenden. Sinds 2001 duikt er elk jaar wel één op in het Fochteloërveen, maar dit jaar bleef het lang stil. Er waren wel verschillende meldingen uit Naarden, Bloemendaal en Leusden, maar uit Drenthe kwamen geen berichten. Tot een paar dagen geleden. →
Zandhagedissen vroeg uit het ei
Zandhagedissen zijn nog nooit zo vroeg uit hun ei gekropen als dit jaar. Dat meldt de Stichting RAVON in een bericht op de website natuurbericht.nl. Het eerste zandhagedisje werd op 17 juli waargenomen. Dat was vijf dagen eerder dan het oude record van 2006 toen op 21 juli een net uit het ei gekropen reptieltje werd ontdekt. RAVON noemt de vroege ontdekking, gedaan in het Gelderse Montferland, opmerkelijk omdat mei dit jaar de koudste meimaand in 20 jaar was. Afhankelijk van het weer kan het vijftig tot negentig dagen duren totdat een zandhagedissenei (13 bij 9 millimeter groot) uitkomt. →
Honderden dode pinguïns aangespoeld in Brazilië
Foto: Treehugger.com
Onnatuurlijke sterfte
Gedurende een gemiddeld jaar spoelen langs de kust van de Braziliaanse staat São Paolo gemiddeld circa tien dode pinguïns aan. De laatste tien dagen zijn er echter al ruim vijfhonderd pinguïnlijken aangespoeld op de stranden die de dichtbevolkte staat omzomen. De meeste dode vogels zijn magellaanpinguïns, dieren die in deze tijd richting het noorden migreren vanuit Argentinië, Chili of de Falklandeilanden. Volgens bioloog Thiago do Nascimento is het normaal dat niet alle pinguïns de zware reis overleven, maar is er momenteel sprake van een overweldigend en onnatuurlijk hoog slachtoffertal. De vraag is natuurlijk waardoor deze massasterfte primair wordt veroorzaakt. Opvallend genoeg wees autopsie uit dat het merendeel van de gevonden dieren over een nagenoeg lege maag beschikte. →
Steeds meer dode zones in zee
Cartoon: Jeroen van der Most/ Katten Picas
Schimmel roeit dertig amfibieënsoorten uit in Panama
Foto: National Geographic
Een catastrofale epidemie heeft in een dichtbeboste regio van Panama zeker dertig unieke amfibieën uitgeroeid. Vijf soorten bliezen zelfs plaatselijk hun laatste ademteug uit voordat ze überhaupt door de wetenschap geclassificeerd en beschreven konden worden. De grote boosdoener is een schimmel die amfibieën besmet met de infectieziekte chytridiomycosis. De ziekte heeft wereldwijd vanaf het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw, met name in Zuid-, Centraal-Amerika en Australië al gezorgd voor een ongekende massaslachting in het amfibieënrijk. De schimmel infecteert de huid van een amfibie, maakt het dier lethargisch en lusteloos en fungeert uiteindelijk als de brenger van een langzame dood. →
Kwallenplaag in het IJ
Het Amsterdamse IJ wordt geteisterd door kwallen. Het gaat om Amerikaanse ribkwallen die waarschijnlijk in Amsterdam zijn gekomen via ballastwater van zeeschepen. Volgens stadsecoloog Martin Melchers zwemmen er miljoenen kwallen in het IJ. En er komen er steeds meer bij, omdat het diertje tweeslachtig is en zichzelf dus kan bevruchten. Melchers zegt in Het Parool dat de kwallen een plaag zijn voor het ecosysteem in het IJ: →
Uitgestorven gewaande primaat toch nog in leven
Onderzoekers hebben in een woud in het hartje van Sri Lanka een zeldzame primaat gefotografeerd waarvan men dacht dat hij al zeker zestig jaar was uitgestorven. Dat heeft het zoölogische genootschap van Londen maandag laten weten. De slanke lori, een nachtactieve primaat met grote ogen en korte ledematen, kon na een lange zoektocht in het Sri Lankaanse nationale park Horton Plains door de onderzoekers gefotografeerd worden. Volgens teamleider Saman Gamage is het zoogdier zestig jaar lang niet gezien tot een onderzoeker in 2002 de grote ogen van het diertje in het donker zag oplichten. →
De kunst van het ringen
Specialistenwerk
Jaar in jaar uit zijn in de maanden april tot en met juli in de diverse uithoeken van Nederland tientallen vrijwilligers bezig met het ringen van roofvogels. Een tijdje terug had ik het genoegen om in Midden-Limburg een aantal ringers te begeleiden tijdens hun werkzaamheden. Op die warme zomeravond hebben we in totaal drie nesten (twee havikshorsten en een buizerdnest) bezocht en in totaal een achttal kuikens geringd. Het is zeker geen gemakkelijk werk. Een klimvaardig iemand, in dit geval de ervaren rot Lex Verbeek, zoekt de boomtoppen op, haalt de kuikens uit het nest en laat ze vervolgens in een speciale tas met behulp van een touw afdalen. →
Uitheems insect gevonden in Amsterdam
In hartje Amsterdam is in een iep een insect gevonden dat nog niet eerder in Nederland voorkwam. Het gaat om het mediterrane insect, Cicada orni. Het dier zit in een boom bij het museum de Hermitage in een boom te zingen. Omdat het dier in het Nederlands nog geen naam heeft, wil bioloog Baudewijn Odé het insect kraakcicade noemen. Het dier maakt een krakend en krassig geluid. Het gaat om een mannetje. Het vrouwtje maakt geen krakend geluid. Het dier is zo groot als een flinke kever, met een brede kop, een zuigsnuit en glanzende doorzichtige vleugels. Het is een raadsel hoe het dier in Amsterdam terecht is gekomen. De Cicada orni en verwante soorten komen in verschillende mediterrane landen voor, vooral ten zuiden van de Franse stad Lyon. →