Foto: Jerzy Strzelecki
Zwaarlijvigheid staat in de mensenwereld vaak in een negatief daglicht. Het wordt in ieder geval volgens de normen van het westerse schoonheidsideaal dikwijls als onesthetisch ervaren. Bovendien is overgewicht voor een mens zeer ongezond. De kans op bijvoorbeeld diabetes en hart- en vaatziekten neemt meestal evenredig toe met de mate van zwaarlijvigheid. Hoe anders is het bij pinguïns. Voor vrouwelijke pinguïns zijn juist dikke mannetjes extra aantrekkelijk omdat ze de kans op het krijgen en overleven van gezond nageslacht vergroten. Ouderpinguïns trekken namelijk om beurten meerdere weken naar zee om te foerageren. In de tussentijd moet het vader- of moederdier minstens een week of twee in zijn eentje op de eieren passen. Een taak waarbij een paar extra pondjes handig van pas komen, aangezien de broedende ouderpinguïn minstens twee weken van voedsel verstoken blijft bij het vervullen van zijn of haar ouderlijke taak. Nieuw-Zeelandse onderzoekers vogelden uit dat het vetgehalte van een mannelijke adeliépinguïn direct invloed heeft op het stemgeluid: hoe meer vet een pinguïn heeft, hoe beter zijn stembanden het gewenste geluid kunnen produceren. De onderzoekers wogen tientallen mannetjes en namen het geluid dat de vogels maakten op. Ze bekeken ook hoeveel kans de mannetjes maakten bij de vrouwtjes en hoe goed zij voor hun kroost zorgden. Daaruit bleek dat een bepaald deel van de lokroep het best voorspelde of de mannetjes goede vaders zouden zijn. De vrouwtjes leken ook aandachtig naar dit deel van de roep te luisteren. Vrouwtjes hebben het geluid hard nodig om het juiste mannetje uit te zoeken. Wegens de kou zetten de vogels hun veren namelijk uit, waardoor niet meer te zien is hoe dik een mannetje echt is. Het oppaswerk gaat een mannelijke adeliépinguïn trouwens niet in de koude veren zitten: tijdens de broedperiode verliest een mannetje vaak wel twintig procent van zijn totale lichaamsgewicht. Uit het onderzoek blijkt ook dat de roep van het mannetje daardoor ingrijpend verandert. Adéliepinguïns leven het merendeel van het jaar in zee op de Zuidpool, maar zoeken rond de broedperiode het land op. De mannetjes maken daar een nest, waarna de vrouwtjes het bouwwerk vakkundig komen inspecteren. De mannetjes proberen de vrouwtjes vervolgens met hun lokroep te verleiden. Als een vrouwtje die mannelijke avances beantwoordt, legt ze eieren en laat het merendeel van de zorg de eerste weken aan het mannetje over.
Lees ook:Taal van zwartvoetpinguïns deels ontcijferd
Lees ook:Mannelijke muizen lokken vrouwtjes met complexe liedjes
Lees ook:Stille sprinkhaan pikt vrouwtjes van roepende soortgenoot in
Lees ook:Vrouwelijke baardagamen dreigen uit te sterven in Australie
Lees ook:Mannetjeschimpansees delen vlees in ruil voor seks