Aangezien de ringslang in Limburg vrij zeldzaam is en in de regio waar ik woon al helemaal niet voorkomt, zie ik deze soort minder vaak dan de andere twee slangensoorten die in ons kikkerlandje voorkomen. Vandaag had ik echter het genoegen om met mijn collega-herpetologen Ton Lenders en Peter Keijsers en onze gastheer en ringslangenexpert Lei Paulssen in het Zuid-Limburgse Wormdal op zoek te gaan naar de grootste slang van Nederland. Ondanks het behoorlijk warme en zonnige weer (te veel zon is meestal niet ideaal voor het zoeken naar slangen) wisten we in totaal toch zes exemplaren te spotten. Van een dier vingen we slechts een zeer korte glimp op toen het vanaf de oever het water inschoot, maar de andere vijf slangen konden we best aardig bekijken. Leuk was ook dat we zowel volwassen mannetjes en vrouwtjes als enkele subadulten wisten te vinden, al lieten de echt grote vrouwen van een meter of meer zich vandaag niet zien. In tegenstelling tot adders en gladde slangen zijn ringslangen aan waterrijke biotopen gebonden. De prachtige reptielen voeden zich vooral met kikkers, padden en vissen en zijn uitstekende zwemmers.
Lees ook:Gladde slang koloniseert Heumense Schans
Lees ook:Knoflookpadden komen tevoorschijn
Lees ook:De laatste goede reptielenmaand
Lees ook:Warme oktober houdt adders actief
Lees ook:Ideaal slangenweer?