Hoewel het weer in Nederland de laatste weken extreem wisselvallig blijft, ziet de goede verstaander toch wel dat de lentenatuur inmiddels in volle bloei is. Gisteren was een redelijke dag, die ik met enkele collega-onderzoekers gretig aangreep om onze maandelijkse herpetologische monitoringsronden te lopen. Voor de slangen was het wat aan de zonnige kant, maar desondanks kwamen in het Gagelveld een lekker dikke addervrouw tegen. Het was een vrij dociel dier dat in totaal ruim 68 centimeter mat. De gifslang verkeerde in prima conditie en had aan haar buik te zien recentelijk nog een smakelijke muis naar binnen gewerkt. Voor de hagedissen was het wel uitstekend weer, wat bleek uit de talloze zandhagedissen en levendbarende hagedissen die ons pad kruisten. Ook op het gebied van vlinders en libellen was er de nodige activiteit, wat vooral bleek uit de talloze rondfladderende citroenvlinders en de sierlijk door het luchtruim glijdende viervlekken. Ook diverse planten, waaronder de in het Meinweggebied niet heel algemene struikbrem, bloeiden welig. Op mijn monitoringsroute langs de Spoordijk deden we ook een minder prettige waarneming: het levenloze lichaam van een jong reekalfje. Een opmerkelijke tegenstelling: de dood die plots opduikt terwijl overal om je heen het leven in kleur en geur voorbijtrekt. Maar ook de dood is natuurlijk een onmiskenbaar onderdeel van het leven, zeker in de wilde natuur. Bovendien spelen dode dieren ook een belangrijke rol in de natuur, al is het alleen maar omdat talloze andere dieren deels of geheel afhankelijk zijn van kadavers om zelf te kunnen overleven.
Lees ook:Verborgen slangen
Lees ook:Rouwende mensapen op film en foto vastgelegd
Lees ook:Eerste citroenvlinders van 2010 gespot
Lees ook:Nieuwe exotische vissoort ontdekt in Oosterschelde
Lees ook:Citroenvlinders ontwaken uit winterslaap