Dinosauriërs stierven uit door roet in de atmosfeer

Japanse onderzoekers hebben een nieuwe theorie ontwikkeld over het hoe en waarom achter het uitsterven van de dinosauriërs. Een enorme meteorietinslag in Mexico blijft, in lijn met de gangbare lezing, de belangrijkste oorzaak, maar omdat de meteoriet in een groot oliereservoir terecht zou zijn gekomen had de inslag nog extra gevolgen. Tot nu toe werd aangenomen dat door een ‘droge’ inslag veel zwavelzuur in de atmosfeer werd gebracht. Deeltjes daarvan reflecteerden het zonlicht, waardoor totale duisternis, zure regen en een wereldwijde winter optraden. In een dergelijke omgeving konden de meeste planten en (middel)grote dieren niet langer overleven. De Japanse paleontologen houden een dergelijk scenario voor onwaarschijnlijk, vooral omdat grote reptielen als krokodillen de massa-extinctie wel overleefden. Een inslag in een oliebron heeft een ander effect. De olie zou onder hoge temperaturen verbrand zijn en veel roet in de atmosfeer hebben gebracht. De wereldwijde verspreiding van de roetdeeltjes heeft gezorgd voor een temperatuurdaling van 6 tot 9 graden en minder neerslag. Daardoor zijn er wel veel planten en dieren uitgestorven, maar konden sommige soorten toch overleven.