Voor mensen is de directe omgeving van de kerncentrale in het Japanse Fukushima een te vermijden gebied. Maar dieren zouden weleens kunnen profiteren van de problemen met de kerncentrale. Dat zegt radiobioloog René Huiskamp van het NRG in Petten. “Dat zag je ook in Tsjernobyl”, aldus Huiskamp. “Er was daar enige tijd na de ramp een enorme toename van herten en vossen. Die gedijen er nog steeds beter dan in andere gebieden, omdat ze er rustig kunnen leven, niet gestoord door mensen die jagen, ontbossen en branden veroorzaken. Het is een soort paradijs geworden voor dieren.” In de directe omgeving van Tsjernobyl wonen sinds de kernramp van 1986 geen mensen meer. De meeste dieren zijn volgens Huiskamp minder gevoelig voor radioactieve straling dan mensen, vooral omdat ze minder lang leven waardoor de straling zich niet in vergelijkbaar grote doses in hun lichamen kan ophopen.
Lees ook:Vogels in Tsjernobyl hebben kleinere hersenen
Lees ook:Apen rondom Fukushima hebben minder bloedcellen
Lees ook:Hoge concentraties radioactieve straling bij Japanse vissen en vlinders
Lees ook:Ecologische gevolgen kernramp nog steeds merkbaar
Lees ook:Roofdieren gedijen in Tsjernobyl