Foto: Josh Landis/NSF
Momenteel zwemmen en wandelen er nog een kleine zestigduizend keizerspinguïns rond op Antarctica, maar volgens wetenschappers gaat dat aantal in de toekomst drastisch dalen. De reden daarvoor laat zich raden: het krimpende zee-ijs zal zich steeds verder terugtrekken, waardoor met name het broedgebied van de statige vogels flink krimpt. Wetenschappers van het Woods Hole Oceanografische Instituut hebben onderzocht of keizerspinguïns gered kunnen worden door kolonies te verplaatsen naar andere locaties, bijvoorbeeld naar plekken met nog relatief veel zee-ijs. Het korte antwoord is nee, zo concluderen zij in een paper dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad Biological Conservation. Het model van de onderzoekers laat zien dat verhuizen de eerste decennia positief kan uitpakken omdat het aantal pinguïns dan aanzienlijk toeneemt, maar dat er na het jaar 2046 een omslag zal plaatsvinden met desastreuze gevolgen. Of we pinguïns nu wel of niet een handje helpen: op de lange termijn zijn de uitkomsten gelijk. De onderzoekers verwachten dat het aantal keizerspinguïns tegen het einde van deze eeuw met minimaal veertig en maximaal ruim negentig procent zal zijn afgenomen.
Lees ook:Keizerspinguïns wisselen geregeld van broedplek
Lees ook:Keizerspinguïns kunnen hartslag flink terugschroeven
Lees ook:Keizerspinguïns hadden het zwaar in ijstijd
Lees ook:Meer keizerspinguïns in Antarctica
Lees ook:Fossiel van prehistorische reuzenpinguïn gevonden in Nieuw-Zeeland