Ondanks dat de nazomer nog een tijdje heftig heeft nagesputterd, lijkt de herfst nu echt zijn intrede te hebben gedaan. De bospaden en fietspaden zijn op veel plaatsen inmiddels bedekt met een stevig pak bladeren, terwijl de meeste loofbomen die nog bladeren dragen inmiddels al geel, rood of oranje kleuren. De eerste fase van de herfst is vaak nog een mooie periode van het jaar, zeker als het landschap onder een najaarszonnetje tijdelijk goudgeel kleurt en het contrast tussen de bomen in verschillende stadia van verkleuring zich haarscherp aftekent tegen een wolkenloze en strakblauwe lucht. Ook het dierenleven floreert op dergelijke dagen nog in beperkte mate in de vorm van fladderende vlinders die bezig zijn aan hun laatste vluchten, de laatste reptielen en amfibieën van het seizoen en de talloze trekvogels die ons land vereren met een kort bezoek of voor de duur van een paar maanden neerstrijken op Nederlands grondgebied. De charme van de herfst verdwijnt voor mij op het moment dat de luchten asgrauw worden en wind en regen de meteorologische heerschappij definitief gaan overnemen. Vanaf dat moment wordt het menselijk gemoed flink op de proef gesteld en is het smachten naar een paar mooie, heldere winterdagen en het daaropvolgende voorjaar begonnen.
Lees ook:De laatste restjes zomernatuur
Lees ook:Kraanvogels gaan op de wieken
Lees ook:Mexicaanse vogeldeskundige ontdekt nieuwe papegaaiensoort
Lees ook:Ruim vijftigduizend vlinders gezien tijdens tuinvlindertelling
Lees ook:Vogels zingen langer dankzij milde herfst