Het heeft er toch alle schijn van dat de natuur langzaamaan begint te ontwaken. Tijdens een herpetologische inventarisatieronde in de Slenk (Meinweg) in het kader van het onderzoeksproject Natuurkwaliteitsimpuls Nationaal Park De Meinweg vonden we gisteren bijvoorbeeld negen individuele adders. Onder de dieren bevond zich ook de eerste vrouw van het jaar, al is meisje een betere benaming omdat het een 19 centimeter lang jonkie van vorig jaar betrof. Wel leuk om te zien dat het beestje de soms pittige winter heeft overleefd. Tussen de gevangen slangen zat ook een prachtige, dikke adderman van 62 centimeter, een heel donker dier met een bijna gitzwarte zigzagstreep op de rug. Individuele adders zijn te onderscheiden aan hun kopschildpatroon (zie foto). Het aantal schubben dat het kopschild vormt en de manier waarop ze gegroepeerd liggen zijn bij elk dier anders en vormen op die manier een uniek patroon. Op die manier kun je dus nagaan of een dier een oude bekende of een nog niet eerder aangetroffen individu is. Buiten de adders stuitten we ook nog op twee wilde zwijnen (waarvan er een een meter of zes voor me langs rende), drie reehinden, levendbarende hagedissen, zandhagedissen, twee houtsnippen en een klapekster. Al met al een prachtige dag dus, eentje die je doet beseffen dat het leven soms prachtig kan zijn.
Lees ook:Oude bekenden
Lees ook:Ook juveniele adders in de Meinweg
Lees ook:Grote Meinwegadders
Lees ook:Adderseizoen in NP De Meinweg van start
Lees ook:Jonge adders weer aanwezig in het veld