Hoewel de knobbelzwaan veruit de algemeenste zwanensoort in Nederland is, kom je op onze plassen, meren en sloten ook wel vaker zwarte zwanen tegen. Deze exoten komen van origine uit Australië en Nieuw-Zeeland. Tegenwoordig is het zelfs de enige inheemse zwanensoort op de eilanden, maar dat was ooit anders. Nieuw-Zeelandse wetenschappers kwamen na het bestuderen van fossielen uit de periode 1280-1800 tot de conclusie dat er vroeger twee zwanensoorten in Australië en Nieuw-Zeeland leefden. De uitgestorven soort, die de Maori-naam Poūwa heeft meegekregen, had een ander DNA en uiterlijk dan de zwarte zwanen die wij kennen. Zo was de uitgestorven soort groter en zwaarder. Daarnaast had de uitgestorven zwaan kortere vleugels en langere poten. Dit suggereert dat hij op termijn niet meer zou kunnen vliegen. Maar hoe is de Poūwa aan zijn einde gekomen? Toen Europeanen zich in de achttiende eeuw op Nieuw-Zeeland vestigden, was er geen spoor van zwanen. Waarschijnlijk werd de Poūwa bejaagd door mensen die al rond 1280 Nieuw-Zeeland bereikten vanuit Polynesië. Overblijfselen van zwanen in archeologische sites tonen aan dat deze grote vogels gegeten werden. De nu nog in Nieuw-Zeeland levende zwarte zwanen zijn vanuit Australië naar Nieuw-Zeeland gevlogen of geïntroduceerd door kolonisten.
Bron: Scientias
Lees ook:Zwarte zwanen op de surftoer
Lees ook:Westelijke zwarte neushoorn officieel uitgestorven
Lees ook:Veren van uitgestorven vogel ontvreemd uit museum
Lees ook:Hoge honingprijzen in Nieuw-Zeeland trekken criminelen aan
Lees ook:Konijnen zijn met Pasen het haasje in Nieuw-Zeeland