De precieze oorzaak voor het verdwijnen van de dinosauriërs is nog altijd in nevelen gehuld. De inslag van een gigantische asteroïde wordt in wetenschappelijke kringen het vaakst aangevoerd als de meest plausibele oorzaak voor de ondergang van de reuzenreptielen. Paleontologen van de Universiteit van Plymouth betwijfelen deze lezing echter nu ze in Spitsbergen een groot aantal stenen en mineralen aan een grondig onderzoek hebben onderworpen. Het onderzoek suggereert dat de dinosauriërs uiteindelijk zijn bezweken aan een serie klimatologische veranderingen. De misère begon voor de dinosauriërs toen de wereldzeeën in rap tempo begonnen af te koelen, het gevolg van een veranderde golfstroom in de Atlantische Oceaan. De klimaatverandering was veel reuzenreptielen (niet per definitie altijd dinosaurussen) die warme moerassen, wouden, zeeën en rivieren bewoonden te machtig. “Dinosauriërs waren waarschijnlijk koudbloedige dieren. Als ze er niet in slaagden om richting het zuiden te migreren, waren de meeste soorten vermoedelijk ten dode opgeschreven. We denken dan ook dat de verdwijning van dinosauriërs een geleidelijk proces was, een beetje vergelijkbaar met het verlies aan biodiversiteit waar ook de huidige klimaatverandering voor kan zorgen”, stelt onderzoeker Gregory Price.
Bron: The Daily Telegraph
Lees ook:Grote landzoogdieren ontstonden door uitsterven dinosauriërs
Lees ook:Lichaamstemperatuur dinosauriërs voor het eerst gemeten
Lees ook:Meteorietinslag vermoedelijk laatste zetje voor dinosauriërs
Lees ook:Dinosauriërs waren vermoedelijk nog groter dan gedacht
Lees ook:Winderige dinosauriërs zorgden voor opwarming aarde