Het is moeilijk om in (zelfs beschermde) regenwouden de variatie aan planten en dieren op peil te houden. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van natuurbeschermingsdeskundige William Laurance van de Universiteit Utrecht. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat het in de helft van de reservaten moeilijk is om voldoende biodiversiteit te bereiken of in stand te houden. Vooral met grote roofdieren, apen, amfibieën en eeuwenoude bomen gaat het vaak slecht. Slecht beschermde regenwouden lijden onder meer onder illegale bewoning, jacht en houtkap. Ook milieuproblemen in de omgeving van het regenwoud hebben invloed op het woud zelf. Volgens de onderzoekers kunnen de regenwouden beter beschermd worden door de lokale bevolking bij het behoud van de ecosystemen te betrekken. Laurance bundelde de kennis van ruim tweehonderd biologen die jarenlang onderzoek deden in tropische regenwouden. De wetenschappers gaven door hoeveel dier- en plantensoorten er de afgelopen decennia voorkwamen in het gebied waar zij hun onderzoek verrichten.
Bron: NOS Nieuws
Lees ook:Meer neushoorns in Nepal
Lees ook:‘Koraaldriehoek’ moet unieke riffen beschermen
Lees ook:Onderzoek tegen meeuwenoverlast mag doorgaan
Lees ook:All for Nature wint Biodiversity Innovation Award
Lees ook:Wereldpremière voor film over Virungapark
Het grootste probleem voor natuurbescherming in ontwikkelingslanden – inclusief de zuid europese landen – is het tekort aan park rangers / boswachters. De overheden kunnen zich niet genoeg personeel veroorloven. De grote internationale natuurbeschermings organisaties zoals het WWF/WNF en de IUCN zwijgen dit probleem dood omdat ze geen belang hebben bij het financieren van park rangers. Ze hebben liever subsidies om giften om hun eigen personeel te financieren en interessant onderzoek te doen, maar dat betaalt geen rangers die de dieren en planten beschermen. Helaas zijn deze organisaties een onderdeel van het probleem geworden, want ze concurreren met de staats natuurbeheers instanties om de financien en doen daarmee interessante maar minder effectieve activiteiten dan de echte natuurbeschermers doen, de park rangers.
Daar zit inderdaad wat in. Ik heb zelf gezien in Uganda hoe groot het belang van rangers is. Door de continue aanwezigheid van bewapende parkrangers worden de gorilla’s, chimpansees en het meeste andere wild over het algemeen goed beschermd. De regering maakt er ook veel geld voor vrij, want de Uganda Wildlife Authority (UWA) is een van de grootste werkgevers van het land.