De olievervuiling in de Golf van Mexico als gevolg van het ongeval met het donderdag gezonken booreiland is toch een stuk ernstiger dan gedacht. Dat meldde de Amerikaanse kustwacht zaterdag (lokale tijd). Een dag eerder meldde de dienst nog dat het er alle schijn van had dat er geen olie meer vrij kwam op de plek waar het booreiland Deepwater Horizon verdween in de golven. De pijpleiding zou zijn afgesloten. Nu blijkt echter dat de bron wel degelijk lek is, waardoor naar schatting dagelijks 160.000 liter olie in zee terechtkomt. De milieuramp begon dinsdag, toen zich een explosie voordeed tijdens een proefboring. De plas olie heeft nu een diameter van ongeveer 32 kilometer en de afstand tot de kust van de staat Louisiana bedraagt circa 40 kilometer. Tot nog toe hebben bergers ongeveer 130.000 liter aan met olie vervuild zeewater verwijderd uit de Golf van Mexico. De uitdijende olievlek is een serieuze bedreiging voor het zeeleven in de Golf van Mexico. De ramp laat maar weer eens zien dat het echt tijd wordt om eens serieus te investeren in alternatieve energiebronnen en groene technologie als we de soortenrijkste ecosystemen op aarde echt willen beschermen. Maar die boodschap lijkt in veel landen nog steeds aan politieke dovemansoren te zijn gericht.
Bron en foto: ANP
Lees ook:Olievlek bedreigt vogelkolonies en oesterbedden
Lees ook:Natuurramp Golf van Mexico lijkt afgewend
Lees ook:Vijftigduizend liter olie gelekt in Golf van Thailand
Lees ook:Driehonderd geredde pelikanen weer vrijgelaten
Lees ook:Olievlek blijft zich uitbreiden