Foto: Fred Vloo, Wikimedia Commons/CC-BY-SA-2.0
Een goot deel van het Nederlandse polderlandschap wordt steeds ongeschikter voor de opgroeiende kuikens van weidevogels. Tot die conclusie kwam weidevogelonderzoeker Jos Hooijmeijer gisterochtend in het VARA-Radio 1-programma Vroege Vogels. Probleem is dat er te vroeg wordt gemaaid, er te weinig insecten zijn op het boerenland en het gras dat blijft staan vaak niet geschikt is voor veel soorten. Hooijmeijer onderzocht het broedseizoen van grutto’s in Zuidwest-Friesland, en dat was opnieuw bijzonder slecht, zegt hij. Bij niet meer dan één op de twintig gruttoparen is minstens één jong uitgevlogen. Op een enkele uitzondering na zijn de verhalen die hij uit de rest van Nederland heeft binnengekregen niet veel beter. Naar schatting broeden er nu nog maar zo’n dertigduizend paar grutto’s in Nederland, minder dan een derde van de totale broedpopulatie in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Veel jonge vogels die in het veld worden aangetroffen zijn bovendien ondervoed, waardoor het maar de vraag is of ze sterk genoeg zijn om naar hun Afrikaanse overwinteringsplekken te vliegen. Omdat we twee matige muizenjaren achter de rug hebben, worden er bovendien meer eieren en kuikens opgegeten door roofdieren al vossen, marterachtigen en kraaien.
Bron: Nu.nl
Lees ook:Opnieuw slecht jaar voor Nederlandse grutto’s
Lees ook:2015 dreigt slecht jaar te worden voor grutto’s
Lees ook:Aantal grutto’s in Nederland blijft dalen
Lees ook:Slecht broedseizoen leidt tot verdere daling aantal grutto’s
Lees ook:Minder slecht broedseizoen grutto in 2017