Winterschade Oosterschelde wordt nu pas duidelijk

GehoorndeslijmvisDe ongebruikelijk strenge winter van het afgelopen jaar heeft forse schade aangericht onder zeedieren in de Zeeuwse Delta. De langdurige vorstperiodes hebben ervoor gezorgd dat drie diersoorten, de gehoornde slijmvis (zie foto), de zwartooglipvis en de millenniumwratslak hoogstwaarschijnlijk uit de Oosterschelde zijn verdwenen. Dat meldt Stichting Anemoon zondag op de website Natuurbericht.nl. Behalve door de aanhoudende kou, zakte de temperatuur in de oostelijke Oosterschelde ook door het afsluiten van het Grevelingenmeer tot voor de zeepopulatie veel te lage temperaturen. Diverse diersoorten hebben hierdoor schade geleden. Zo zijn de groene wierslak, de gladde sponspootkrab, het ruigkrabbetje en de hooiwagenkrab sterk in aantal achteruit gegaan. Verwacht wordt dat bij een zachte weersperiode de soorten het verloren terrein rap weer goedmaken. De natuur heeft op vele fronten te lijden van extreme weersomstandigheden. Koude winters, die hier met enige regelmaat voorkomen, kunnen grote schade aanrichten aan daarvoor gevoelige soorten dieren en planten. De autochtone soorten zijn meestal sterk genoeg of hebben gedurende hun evolutie adequate beschermingsmechanismen ontwikkeld om deze extreme situaties te overleven. Het zijn juist de soorten die door de klimaatveranderingen langzaam naar het noorden oprukken, en vaak in Nederland hun noordelijke verspreidingsgrens hebben gevonden, die het meest te vrezen hebben van extreme winters.

Bron: Natuurbericht.nl

Lees ook:Veel kieviten en goudplevieren door zacht weer
Lees ook:Zachte winter waarschijnlijk gunstig voor vorstgevoelige standvogels
Lees ook:Dagpauwoog profiteert van koudere winter
Lees ook:Minder muskusratten gevangen in 2015
Lees ook:Voor Nederland nieuwe wormsoort ontdekt in Oosterschelde

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.