Trekvogels zoeken het dichter bij huis

Nederlandse trekvogels blijven in de winter steeds dichter bij huis. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie. De onderzoekers zeggen dat de vogels waarschijnlijk minder verafgelegen oorden opzoeken omdat het in de laatste 70 jaar warmer is geworden. Daardoor is het niet nodig verder te vliegen. In het onderzoek is gekeken naar 24 vogelsoorten die overwinteren binnen Europa. Bij vrijwel alle soorten nam de trekafstand af. De blauwe kiekendief, de stormmeeuw, de merel en de kerkuil lieten de grootste verandering optekenen. Deze soorten bleven tot honderd kilometer dichter bij huis dan pakweg zeventig jaar geleden. Ook de kievit, die erom bekendstaat de vorstgrens op te zoeken, overwinterde minder ver van Nederland. Het voordeel van deze kleinere trekafstanden – naast het uitsparen van de vliegkosten – kan zijn dat de vogels beter in staat zijn om het gemiddeld steeds vroegere begin van de lente in hun broedgebied te voorspellen. Dat wordt namelijk een stuk moeilijker naarmate je verder van je broedgebied overwintert.

Bronnen: NOS, Nederlands Instituut voor Ecologie

Lees ook:Zwanen, eenden en meeuwen uit voorzorg gevangen in kader onderzoek vogelgriep
Lees ook:Meer soorten bodemdieren in westen Waddenzee
Lees ook:Pissenbed vaakst voorkomende bodemdier in Nederlandse tuinen
Lees ook:Minder trekvogels uit het noorden naar Nederland
Lees ook:Natuurmonumenten wil voorlopig jachtverbod op wilde eend

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.