Illustratie: Wikimedia Commons/CC BY 2.5
Lang niet alle grote herbivoren uit de dinowereld aten alleen maar planten. Bepaalde grote planteneters aten hoogstwaarschijnlijk ook – welbewust – kreeftachtige diertjes. Amerikaanse wetenschappers trekken die conclusie nadat ze gefossiliseerde uitwerpselen van dinosaurussen die ooit in Montana rondliepen, bestudeerden. De uitwerpselen behoorden waarschijnlijk toe aan plantenetende hadrosauriërs. En in die uitwerpselen troffen de onderzoekers naast rottend hout ook verrassend veel resten van schaaldieren aan. Maar hoe weten paleontologen dat de reuzenreptielen de dieren niet per ongeluk naar binnen hebben gewerkt? Ten eerste wijzen ze erop dat de schaaldieren in een groot gebied in meerdere uitwerpselen, die weer afkomstig zijn uit verschillende sedimentlagen, zijn aangetroffen. Bovendien moeten de schaaldieren bij leven zeker vijf centimeter en misschien zelfs groter zijn geweest. Hun lengte was vergelijkbaar met 20 tot 60 procent van de breedte van de bek van de hadrosaurus die ze opsmikkelde. Het lijkt de onderzoekers dan ook niet aannemelijk dat de dino’s de bewegende kreeftachtige dieren onopgemerkt opaten en doorslikten. Wellicht waren de schaaldieren een extra en welkome bron van eiwitten en calcium in het voortplantingsseizoen van de prehistorische reptielen.
Bron: Scientias
Lees ook:Chimpansees kennen medicijngebruik
Lees ook:Nieuwe vissoort ontdekt in de diepzee
Lees ook:Kreeft vernoemd naar Johnny Depp
Lees ook:Grote spinnen eten geregeld vleermuizen
Lees ook:Bijen zoeken minder voedsel in door de mens aangetaste leefgebieden