Environmental DNA maakt vangen overbodig

Foto: George Chernilevsky
Onderzoek naar dieren die het grootste deel van hun leven onder de waterspiegel doorbrengen is altijd lastig. Zeker veel vissoorten en amfibieën zijn niet zelden zeer lastig op te sporen en te vangen. Maar er is een relatief nieuwe methode die in veel gevallen een oplossing biedt voor dit probleem. Door een methode te gebruiken die te boek staat als Environmental DNA kunnen wetenschappers watermonsters verzamelen en de monsters analyseren op DNA-sporen van bepaalde watergebonden diersoorten. Op basis van dit DNA kan het voorkomen van een soort worden aangetoond zonder dat diezelfde soort daadwerkelijk gevangen hoeft te worden. RAVON heeft in samenwerking met Spygen de methode succesvol ontwikkeld en getest voor een zeldzame vissoort: de grote modderkruiper. Dit is de eerste toepassing van deze methode in Nederland. Bijkomend voordeel: de methode blijkt veel nauwkeuriger te zijn dan traditionele methodes zoals elektrovissen, schepnetvissen of het gebruik van fuiken. Zelfs bij zeer lage dichtheden van de doelsoort is de aanwezigheid al aan te tonen met Environmental DNA. Dit biedt grote mogelijkheden voor onderzoek naar lastig te detecteren soorten zoals bijvoorbeeld de grote modderkruiper, de knoflookpad en de fraaie kamsalamander.

Lees ook:Wereldrecord grootste modderkruiper verbroken
Lees ook:Grote modderkruiper duikt op in Brabant
Lees ook:Het hoe en waarom van strepen en vlekken
Lees ook:Nieuwe leefgebieden knoflookpad ontdekt in Drenthe
Lees ook:Gorilladieet onderzocht op basis van uitwerpselen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.