Foto: Ecomare/Sytske Dijksen, CC BY-SA 4.0
De gewone kokkel (Cerastoderma edule), vaak ook eetbare hartschelp genoemd, is het meest voorkomende schelpdier op Belgische stranden. Dat blijkt uit de resultaten van de eerste Grote Schelpenteldag. Dit initiatief werd door onze zuiderburen georganiseerd om de biodiversiteit aan de kust in kaart te brengen. Ruim vierhonderd van de twaalfhonderd aangemelde Belgen trotseerden de weekendkou en verzamelden gezamenlijk meer dan dertigduizend schelpen. De schelpen zijn vervolgens met de hulp van experts en specialistische naslagwerken op naam gebracht. Dat meldt het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). De kokkel wordt qua algemeenheid gevolgd door het nonnetje (niet te verwarren met de gelijknamige watervogel), de halfgeknotte strandschelp, de mossel en de Amerikaanse zwaardschede. Van de 58 gevonden soorten behoort dertien procent tot een exotische soort die ooit bewust of onopzettelijk werd ingevoerd. Voorbeelden van dergelijke soorten zijn de Amerikaanse zwaardschede en de Japanse oester. De Schelpenteldag is een goed voorbeeld van een burgerwetenschapsinitiatief. Tot nu toe hield niemand bij hoeveel en welke schelpen er in België aanspoelen.
Lees ook:Spin vernoemd naar Bono
Lees ook:Beuningse wolf is ook echte wolf
Lees ook:Meisje stuit in bad op giftige octopus
Lees ook:Belgische wetenschappers ontdekken gigantische wandelende takken
Lees ook:Vale fuut uitgestorven op Madagaskar