Bekende savannebewoner
Hier te lande is het wild zwijn de enige varkensachtige die in de wilde natuur rondstruint, maar in oostelijk Afrika komen drie wilde zwijnensoorten voor, dieren die mijn zus en ik dit jaar alle drie hebben gezien tijdens onze indrukwekkende reis door het schilderachtige Oeganda. De bekendste is natuurlijk het olijk ogende knobbelzwijn (ook vaak wrattenzwijn genoemd), vooral een bewoner van matig begroeide savannelandschappen in oostelijk en zuidelijk Afrika waar bosjes en open graslanden elkaar afwisselen. Het knobbelzwijn is vooral nachtactief en – zoals vrijwel alle varkens – een alleseter. Toch bestaat veruit het grootste deel van zijn dieet uit plantaardig voedsel zoals gras, bast, wortelen en vruchten. Heel karakteristiek is de eetpose van het knobbelzwijn, waarbij het dier zich door zijn voorpoten laat zakken om zo dichter bij de grond te komen met zijn gevoelige snuit. Het knobbelzwijn is een sociale soort. Meestal bestaat een groep uit een vrouwtje en haar vrouwelijke nakomelingen. Als groepen zich samenvoegen, zijn dat meestal ook nauwe verwanten zoals zussen, moeders en dochters. Meestal leven verwante familiegroepjes dicht bij elkaar in een gebied van enkele vierkante kilometers groot. Holen binnen dit gebied worden gedeeld door de groepen, maar er wordt nooit meer dan één groep per hol aangetroffen. Mannetjes leven solitair of vormen soms tijdelijke groepjes. Het verschil tussen man en vrouw is vooral af te lezen aan de slagtanden, vervaarlijk ogende ornamenten, wroetwerktuigen en wapens die bij mannetjes beduidend groter zijn. De belangrijkste vijanden van het knobbelzwijn zijn de grote roofdieren van de Afrikaanse wildernis: leeuwen, luipaarden, gevlekte hyena’s en wilde honden. Toch zijn er genoeg gevallen bekend van weerbare knobbelzwijnen die deze roofdieren met succes zware verwondingen hebben toegebracht en geheel op eigen kracht uit de klauwen des doods zijn ontsnapt.
Bosreus
Naast de alom bekende Pumba, herbergt Oeganda nog twee wilde zwijnensoorten, te weten het machtige reuzenboszwijn en het fraaie rivierzwijn. →