Een dier dat je niet kunt missen als je aanmeert op een van de Galápagoseilanden is de kleurrijke rode krotskrab (Grapsus grapsus). De dieren doen hun naam dankzij de fraaie rood met oranje lichaamskleur alle eer aan. Jonge dieren zijn overwegend zwart van kleur. De krabben komen voor langs grote delen van de westkust van Latijns-Amerika en op meer geïsoleerde eilanden en eilandgroepen zoals de Galápagosarchipel. Het afgeplatte rugschild van de met acht looppoten en twee poten met scharen uitgeruste dieren is circa acht centimeter lang. Rode rotskrabben zijn bij eb vooral in behoorlijke aantallen op rotsen langs de kust te vinden, plekken waar ze zowel van de warmte en goede schuilplekken (de rotsspleten) kunnen profiteren.
Het dieet van de rode rotskrab bestaat vooral uit algen en dode dieren. Het is ook bekend dat ze soms een symbiotische relatie aangaan met zeeleguanen door lastige teken of andersoortige parasieten van de hagedissenhuid af te plukken. Rode rotskrabben zijn behoorlijk snelle en attente ongewervelden die vooral op hun tenen lopen. De Amerikaanse John Steinbeck beschreef bijvoorbeeld treffend hoe schier onmogelijk het is om een gezond exemplaar handmatig te vangen. Door hun meestal zijwaartse gang heeft het loopje van de rode rotskrab een apart karakter.
Lees ook:De heilzame werking van een modderbad
Lees ook:Tweederde Great Barrier Reef beschadigd door koraalverbleking
Lees ook:Papegaaivis slaapt in slijmcocon
Lees ook:Klimaatverandering kan veel parasieten fataal worden
Lees ook:Nieuwe manier om teken te bestrijden gevonden