Het is al langer bekend dat de mens niet het enige dier is dat zich op zijn tijd graag laaft aan een geestverruimend middel. Bepaalde maki’s gebruiken hier de afweerstoffen van miljoenpoten voor, terwijl dolfijnen gebruikmaken van kleine doses van het gif van kogelvissen om high te worden. Maar nieuw onderzoek wijst uit dat het gebruik van hallucinogenen ook in de prehistorie al in de mode was. Dinosauriërs aten honderd miljoen jaar geleden namelijk al Aziatische grassen die een primitieve vorm bevatten van moederkoorn, de schimmel die tegenwoordig wordt verwerkt in LSD. De wetenschappers kwamen tot hun ontdekking door een in barnsteen bewaard grasfossiel van honderd miljoen jaar oud te bestuderen. Het prehistorische gras was gevonden in Myanmar. Uit een analyse bleek dat het gefossiliseerde gras ook de schimmel bevat die later evolueerde tot moederkoorn. Deze schimmel kwam hoogstwaarschijnlijk ook algemeen voor in gebieden waar dinosauriërs leefden.
Lees ook:Fossiel van insect met buitenaards uiterlijk gevonden
Lees ook:Dinostaart met veren gevonden in Myanmar
Lees ook:Geleedpotigen uit dinosaurustijdperk ontdekt in Ethiopië
Lees ook:Ook dinosauriërs hadden al last van teken
Lees ook:Intacte vleugels van vogels uit dinosaurustijdperk gevonden