Fluisterende vleermuizen veel luidruchtiger dan gedacht

Echolocatie
Dat vleermuizen grotendeels communiceren en jagen met behulp van echolocatie, een aparte en zeer gesofisticeerde vorm van zintuiglijke waarneming, is een bekend gegeven. De Deense biologe Annemarie Surlykke heeft een jarenlange fascinatie voor dit natuurlijke fenomeen ontwikkeld en zich tot doel gesteld om tot op de bodem uit zoeken hoe echolocatie precies functioneert. Ze vraagt zich met name af hoe het mogelijk is dat echolocatie ook functioneert bij zogenaamde ‘fluistervleermuizen’, soorten die klanken voortbrengen die op de geluidsschaal niet voorbij de 70 decibel komen. Daarom besloot de wetenschapster om samen met haar Amerikaanse collega Elizabeth Kalko (Smithsonian Tropical Research) een diepgravend onderzoek in te stellen dat zich toespitste op twee ‘fluisterende’ leden van de familie Phyllostomidae, de soorten Artibeus jamaicensis (Jamaicavruchtenvampier) en Macrophyllum macrophyllum. Omdat deze vleermuizenfamilie verschillende soorten herbergt die er elk een totaal andere levensstijl en dieet op nahouden, is het een uiterst geschikte groep voor een onderzoek naar praktisch gebruik van diverse vormen van echolocatie.

Eetgewoonten en volume
Het verkrijgen van voldoende betrouwbare gegevens was geen gemakkelijke opgave. Alleen het registreren van decibellen was namelijk niet voldoende: ook de afstand tussen de roepende vleermuizen en de dienstdoende microfoon moest namelijk doorberekend worden om de daadwerkelijke geluidsproductie van de onderzochte vleermuizen te bepalen. Uiteindelijk leverde het onderzoek 50 bruikbare geluidsfragmenten op. En wat bleek: Artibeus jamaicensis en Macrophyllum macrophyllum blijken helemaal geen geruisloze en stille nachtvliegers te zijn. Artibeus jamaicensis, een vrij grote fruitetende vleermuis, haalde maar liefs 110 decibel, terwijl de insectivoor Macrophyllum macrophyllum met 105 decibel ook een behoorlijk lawaaierige klant bleek te zijn. Surlykke vermoedt dat beide dieren hun luidruchtige sonarsignalen hard nodig hebben om hun lichamen van voldoende voedsel te voorzien. De fruiteters gebruiken echolocatie om over grote afstanden fruitbomen op te sporen in de dichtbegroeide jungle, terwijl voor Macrophyllum macrophyllum de sonar een onontbeerlijk hulpmiddel is bij het opsporen van motten en andere smakelijke insecten.

Bron: www.sciencedaily.com

Lees ook:Vleermuis gebruikt stoorzender om concurrenten te dwarsbomen
Lees ook:Vleermuis heeft moeite met het ‘zien’ van huizen en bruggen
Lees ook:Lichtvervuiling speelt vleermuizen parten
Lees ook:Motten ontwikkelen afweersysteem tegen jagende vleermuizen
Lees ook:Airforce Festival dat vleermuizen zou verstoren gaat toch door

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.