Nederlandse veeboeren dienen hun dieren nog altijd relatief veel antibiotica toe. Het streven om tussen 2009 en 2015 het gebruik met 70 procent terug te dringen is niet gehaald, blijkt maandag uit cijfers van de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa). Het preventief gebruiken van antibiotica in de veeteelt kan gevaarlijk zijn voor mensen. Door veelvuldig antibiotica in te zetten, kunnen ziekteverwekkers gemakkelijker resistent worden tegen de geneesmiddelen. Op die manier wordt het moeilijker om mensen in het geval van een besmetting succesvol te behandelen met antibiotica. Het antibioticagebruik blijkt in vijf jaar met zo’n 58 procent te zijn gedaald. In het jaar 2015 was de daling afgevlakt naar 0,65 procent. Bij kalkoenen en kalveren werden dat jaar zelfs meer antibiotica gebruikt. Ondanks de’slechts ‘geringe daling’tekent zich volgens de experts van de SDa wel een beweging ‘naar een meer verantwoord gebruik’ af. Uit het rapport van de SDa komt naar voren dat er nog een aantal notoire antibioticaveelvraten zijn onder de boerenbedrijven. Er is extra onderzoek nodig om uit te vinden waarom de veehouderijen die nog in het rood of oranje staan gemarkeerd volharden in hun hoge antibioticagebruik .
Lees ook:WHO: stop met antibiotica voor gezonde dieren
Lees ook:Antibioticagebruik pluimveesector stijgt weer
Lees ook:Investeerders roepen fastfoodbedrijven op om te stoppen met antibiotica
Lees ook:Brutale kalkoenen rukken op in Foxborough
Lees ook:Snelle groei slachtvee gaat ten koste van immuunsysteem