Nederland en negen andere EU-landen mogen dit jaar minder vis vangen. De quota voor bepaalde vissoorten worden voor deze landen verlaagd, vooral omdat de staten in 2013 juist te veel hebben gevist en de quota hebben overschreden. Dat besliste de Europese Commissie maandag. Brussel probeert door het verlagen van de vangstquota overbevissing tegen te gaan. Nederlandse vissers mogen dit jaar bijvoorbeeld beduidend minder heek en rog vangen dan eerder was afgesproken. Vorig jaar werden er te veel exemplaren van deze vissoorten uit zee gehaald door Nederlandse vissers. De visvangstquota worden ook verlaagd voor België, Denemarken, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Polen, Portugal en Groot-Brittannië. De Eurosceptici zullen wel weer moord en brand schreeuwen en spreken van een bemoeizuchtige Europese superstaat, maar een probleem als overbevissing is nu eenmaal alleen effectief aan te pakken op internationale schaal. Vissen houden zich nu eenmaal niet aan de grenzen van territoriale wateren. Als we op het vlak van de visserij zouden vervallen in nationalistische navelstaarderij, zouden sommige vissoorten binnen enkele decennia ongetwijfeld naar de rand van de ecologische afgrond worden gedreven.
Lees ook:Noordzeevissers mogen in 2018 minder tong vangen
Lees ook:Duurzaam beheer werpt vruchten af in Noordzee
Lees ook:Kabeljauw heeft het nog altijd lastig in Noordzee
Lees ook:Bijvangst binnenkort in de schappen bij diverse supermarkten
Lees ook:Nederlandse vissers mogen meer tong en minder zeebaars vangen