Reigerparadijs Galápagos

DSC_1542_01Door de aanwezigheid van talloze, met diverse visjes en schaaldieren gevulde rotspoeltjes en lagunes, zijn de Galápagoseilanden ook een paradijs voor diverse reigersoorten. De grootste en meest indrukwekkende is de grote of Amerikaanse blauwe reiger (Ardea herodias). Uiterlijk verschilt de soort amper van onze blauwe reiger, maar de Zuid-Amerikaanse variant is wel een centimeter of twintig groter en veel meer gebonden aan kustgebieden. Net als de meeste van hun verwanten zijn grote blauwe reigers geduldige jagers die langzaam door het water wadend of vanuit stilstand het water afturen naar krabben, kreeftjes, vissen, amfibieën of reptielen. Duikt er iets lekkers op, dan brengen de vogels hun snavel in positie en slaan ze razendsnel toe. De prooi wordt in zijn geheel ingeslikt. Een opvallend kenmerk van broedende volwassenen zijn de pluimen op de rug die de reigers tijdens de balts opzetten. Grote blauwe reigers leggen doorgaans twee tot zes eieren. Beide ouders zorgen voor de kuikens.

GeelkruinkwakEen beduidend kleinere, meer gedrongen reigersoort (circa zestig centimeter) die je ook veel ziet in de Galápagosarchipel is de geelkruinkwak (Nyctanassa violacea). De vogel heeft een witte tot lichtgele kruin (die uitloopt in een fraaie kuif) en witte rug. Het verenkleed van de vogel is lichtgrijs. Zodra het broedseizoen begint, kleurt de kruin vaak naar een opvallende gele kleur.  Ook de witte wangstrepen op de verder overwegend zwarte kop springen gelijk in het oog. Net als de meeste reigersoorten is de geelkruinkwak een relatief luie jager die ondiepe poeltjes of de waterkant afspeurt naar prooidieren. Hoewel de geelkruinkwak net als de meeste reigers niet geheel eenkennig is qua voedselkeuze, heeft deze soort wel een duidelijke voorkeur voor schaaldieren. De geelkruinkwak is zowel een koloniale als solitaire broeder. Ze bouwen hun nesten op stevige takken in bomen en struiken welke in de meeste gevallen boven het water hangen. De nesten bestaan uit takjes, bladeren en veren. Het vrouwtje legt drie tot vijf lichtgroene tot blauwe eieren. Ook het mannetje helpt met het uitbroeden van de eieren. De broedtijd bedraagt iets meer dan drie weken. De jongen worden eveneens door beide ouders gevoerd, waarna ze na ongeveer 25 dagen uitvliegen. Zowel de grote blauwe reiger als de geelkruinkwak voelt zich uitstekend thuis in de buurt van menselijke nederzettingen, plekken waar vaak een gemakkelijk hapje te halen is. In Puerto Ayora viel me op dat met name de grote blauwe reigers rechtstreeks profiteerden van het door de mens geschapen kunstlicht. Om toeristen en locals ook de kans te geven om na het invallen van de duisternis naar de vissen te turen, baadt de pier ‘s nachts in het licht. Een buitenkansje dat de reigers met beide poten aangrijpen!

Groteblauwereiger

Lees ook:Poten van geroosterde blauwe reiger in museum
Lees ook:Veel reigers sterven hongerdood door vrieskou
Lees ook:Vrouw aangevallen door agressieve reiger
Lees ook:Aantal grote zilverreigers in Nederland in de lift
Lees ook:Bonte vogelpracht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.