De Indiase nationale parken Panna en Bandhavgarh zijn op alle gebieden behoorlijk rijk aan soorten, maar vooral de dichtheid aan vogels is indrukwekkend. En dat geldt ook voor de waarschijnlijk imposantste vertegenwoordigers van deze diergroep, de roofvogels. Een soort die je met name in Bandhavgarh veel ziet, is de Indische slangenarend (Spilornis cheela). De naam verraadt al dat deze fraaie vogel vooral jaagt op slangen en hagedissen. De Indische slangenarend is een middelgrote roofvogel die 55 tot 71 centimeter lang wordt en een vleugelspanwijdte van ruim anderhalve meter bereikt. Net als bij vrijwel alle roofvogels zijn de vrouwtjes wat groter dan de mannetjes. Zittend in een boom zijn het vooral de doordringende, felgele ogen die opvallen, terwijl in vlucht vooral de witte banden op de staart en onderkant van de vleugels in het oog springen. Binnen het grote verspreidingsgebied van de soort, dat zich uitstrekt van India tot aan de Filipijnen, worden momenteel twintig ondersoorten van de Indische slangenarend onderscheiden. De Indische slangenarend is vooral een soort die aan bosgebieden is gebonden. Je ziet hem vaak op een uitstekende tak van een hoge boom zitten, een ideale plek om de omgeving af te speuren naar geschikte prooidieren. Die verschalkt hij met zijn krachtige klauwen, waarna de snavel het slachtoffer reduceert tot een stel hapklare brokken.
Lees ook:Slagenarend gezien in natuurgebied Naardermeer
Lees ook:Indische neushoorn geboren in Mechelen
Lees ook:112 tijgerwelpen geteld in India
Lees ook:Bonte vogelpracht
Lees ook:Slangenarend steeds vaker gezien in Nederland