Hoewel honingbijen en wilde bijen het wereldwijd zwaar hebben en complete volken geregeld verdwijnen of sterven, doen de nijvere insecten het in Amsterdam blijkbaar erg goed. Het aantal soorten wilde bijen is deze eeuw in de hoofdstad met zo’n twintig procent gestegen, van 51 verschillende soorten in 2000 naar 61 in 2014. Dat zegt wethouder Abdeluheb Choho (Groen) donderdag op een symposium over bijen en vlinders. Op de bijeenkomst presenteerde Amsterdam de resultaten van lopend ecologisch onderzoek in de stad. Volgens de gemeente gedijen bijen zo goed in de hoofdstad omdat het ‘Amsterdamse groen anders is ingericht’. Zo zijn op verschillende plekken wilde bloementuinen aangelegd, gebruikt de gemeente geen gif meer in het openbare groen en zijn er specifiek op bijen gerichte projecten gestart.
De gemeente heeft op tachtig plekken in Amsterdam onderzoek gedaan naar de verspreiding van wilde bijen. Onder meer de grote klokjesbij, de gedoornde slakkenbij en de tronkenbij hebben zich als nieuwe soorten in de hoofdstad gevestigd. Daarnaast is een aantal soorten in aantal toegenomen. Zo was de gewone sachembij in 2000 nog schaars, terwijl de soort nu op talrijke plaatsen in de stad rondvliegt. Er staan verspreid over de stad ongeveer 650 bijenkasten op daken van particulieren, hotels, kantoren en bedrijven en in volkstuinen, speciale bijenparken en stadsparken. In deze bijenkasten leven vooral honingbijen, waarvan er nu 34 miljoen in Amsterdam leven.
Lees ook:Meer bijen overleven de winter
Lees ook:Natuurlijk Amsterdam fraai op film vastgelegd
Lees ook:Amsterdam is natuurparadijs
Lees ook:Eerste honingbijen ontstonden in Azië
Lees ook:Amsterdam opent opvang voor kippen