Het is pas januari, maar toch heeft mijn collega-herpetoloog Peter Keijsers vorige week al de eerste adder van de Meinweg voor 2015 gevonden. Hoogst ongebruikelijk, want meestal komen de slangen pas eind februari of in de loop van maart (het precieze tijdstip hangt van het weer en de lengte van de winter af) tevoorschijn. Wat helemaal opmerkelijk is, is dat het om een vrouwtje gaat. Normaal komen die pas ruim na de mannetjes tevoorschijn. Of de adder in kwestie het gaat overleven, is nog maar de vraag. Ze lag niet ver van een winterverblijf, dus bij koude en winterse omstandigheden zoals gisteren en vandaag heeft ze de kans om terug te kruipen in haar winterhol. Anderzijds is het natuurlijk geen goed teken dat de addervrouw nu al actief is en en loopt het toch al niet overdreven dikke dier de kans om overvallen te worden door de kou als Koning Winter nog een keer besluit om prominent zijn kop op te steken. Ook in het Dwingelderveld werd deze maand al een kruipende adder waargenomen, terwijl er in het land ook al waarnemingen opdoken van hazelwormen, diverse soorten watersalamanders, bruine kikkers, gewone padden en een heikikker. Het lijkt er dus op dat ook de Nederlandse herpetofauna al voorzichtig het voorjaar in de bol krijgt.
Lees ook:Herpetologische voorjaarskriebels
Lees ook:Veel dagpauwogen dit voorjaar
Lees ook:Fraaie lentedag vol reptielen en amfibieën
Lees ook:Voorjaar in natuur begint anderhalve maand te vroeg
Lees ook:WNF beraadt zich over rol Juan Carlos