Bruine kikkers zijn lang niet altijd bruin

BruinekikkersamplexHoewel de echte stormloop nog moet komen, beginnen na de watersalamanders ook de kikkers en padden gedurende wat minder koude nachten langzamerhand in iets grotere aantallen richting hun voortplantingswateren te trekken. Dat ondervond ik gisteren in St. Joost. Waar de teller vorige week vrijdag nog bleef steken op zeven kleine watersalamanders, was er gisteren toch al beduidend meer trek. Geholpen door de vrij zachte avondtemperatuur (iets meer dan zes graden) en de motregen die in de middag en de vroege avond was gevallen, telden we bij het overzetten in totaal 44 bruine kikkers, 31 gewone padden, 13 kleine watersalamanders en 2 kleine bastaardkikkers. Het valt me altijd op hoeveel verschillende kleurschakeringen de bruine kikker in de praktijk kan hebben. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden zijn ze namelijk lang niet altijd bruin, maar soms ook groen, donkergrijs, blauwachtig of bijna zwart. De kleur is dan ook geen betrouwbaar herkenningskenmerk in het geval van de bruine kikker. De markante en duidelijk herkenbare oogstreep, de grootte van het dier en de forse, wat plompe bouw van de bruine kikker zijn dat meestal wel.

Lees ook:Regen zorgt toch weer voor wat amfibieënactiviteit
Lees ook:Amfibieën op vrijersvoeten
Lees ook:Paddentrek barst los
Lees ook:Nederlanders zetten ruim zevenduizend kilo aan amfibieën over
Lees ook:Droog voorjaar versnelt ontwikkeling kikkers en padden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.