Illustratie: Rebecca Gelernter/University of Bristol
Het is al langer bekend dat het aloude beeld van dinosauriërs als louter geschubde oerdieren niet altijd correct is. Veel soorten waren namelijk vrijwel zeker met veren getooid. Nieuw onderzoek aan uitzonderlijk goed bewaard gebleven fossielen van de vogelachtige dino Anchiornis suggereren dat het uiterlijk van gevederde soorten zelfs heel opmerkelijk kon zijn. Tussen de contourveren (de veren die het lichaam bedekken) ontdekten de paleontologen zelfs nog een geheel nieuw type veer. De veer had een korte pen, waaruit lange ‘draden’ (ook wel baarden genoemd) ontsprongen. Dergelijke veren moeten Anchiornis een pluizig voorkomen hebben gegeven, zo stellen de onderzoekers. En daarmee zag deze dinosaurus er heel anders uit dan de moderne vogels, van de dinosauriërs afstammende dieren die een veel gestroomlijnder verenpak hebben. Het pluizige verenkleed van Anchiornis was waarschijnlijk een stuk minder geavanceerd dan de lichaamsbedekking van de moderne vogels. De pluizige veren waren hoogstwaarschijnlijk minder geschikt om de lichaamstemperatuur te reguleren, stootten minder goed water af en genereerden meer weerstand dan vogelveren.
Lees ook:Oudste geverderde dinosauriër ontdekt
Lees ook:Dinosauriër met een hanenkam
Lees ook:Gevederde dinosauriërs hadden ook al luizen
Lees ook:Grootste viervleugelige dinosauriër ontdekt
Lees ook:Veren dinosauriërs waren pronkobjecten