Paleontologen hebben in het Britse Canterbury de fossiele resten van een grote prehistorische pinguïn ontdekt. Het bijzondere aan het fossiel zijn de ouderdom (61 miljoen jaar), grootte (het dier was ruim anderhalve meter hoog) en de verschillen met eerder ontdekte pinguïnfossielen. De vondst suggereert dat de diversiteit onder de pinguïns zo’n 60 miljoen jaar geleden al behoorlijk groot was. Aangezien de zeevogels enige tijd nodig hadden om als groep zo divers en veelzijdig te worden, is het aannemelijk dat de eerste pinguïns al veel eerder dan gedacht het levenslicht zagen: niet aan het begin van het Paleoceen, maar aan het eind van het Krijt. De eerste pinguïnachtigen ontstonden dus waarschijnlijk reeds in het tijdperk van de dinosauriërs.
Lees ook:Zoogdieren ontstonden eerder dan gedacht
Lees ook:Pinguïns proeven alleen zout en zuur
Lees ook:Camera’s geven boeiend inkijkje in de wereld van de ezelspinguïn
Lees ook:De Afrikaanse pinguïn
Lees ook:Ruim 1,5 miljoen adeliepinguïns ontdekt op Zuidpooleilanden