Foto: Jeff Gage, Florida Museum of Natural History
Je zou het wellicht niet verwachten, maar ook in Midden-Amerika liepen in een heel grijs verleden kamelen rond. Dat blijkt uit de vondst van fossiele resten van de prehistorische kamelensoorten Aguascalietia panamaensis en Aguascalientia minuta, dieren die circa twintig miljoen jaar geleden rondliepen in het tropische Centraal-Amerika. Beide soorten hadden lange, puntige snuiten en waren gespecialiseerd in het opsporen van fruit en sappige bladersoorten tussen de dichte vegetatie. De relatief korte, scherpe tanden laten ook zien dat de dieren geen grazers waren, maar hun voedsel in boomtoppen en tussen het struikgewas zochten. Met een lengte van zestig (A. minuta) en tachtig (A. panamaensis) centimeter waren de prehistorische kamelen qua formaat uiterst bescheiden dieren. Hoewel kamelen tegenwoordig (van nature) eigenlijk alleen nog maar voorkomen in de woestijnen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten, waren ze 35 tot 40 miljoen jaar geleden ook zeer gangbare verschijningen in Centraal-Amerika. De prehistorische kamelen hebben zich later uiteindelijk ontwikkeld tot twee diergroepen: in Azië ontstond de lijn die uitliep op de moderne kamelen, terwijl in het hedendaagse Latijns-Amerika de lama-achtigen het levenslicht zagen.
Bron: National Geographic News
Lees ook:Oeroud zeehondenskelet gevonden in Duitsland
Lees ook:Reuzenslangen zijn niet louter een Hollywoodfantasie
Lees ook:Fossiel van reuzenpinguïn ontdekt op Antarctica
Lees ook:Fossiel van prehistorische dolfijn gevonden in Westerschelde
Lees ook:Kamelen ontsnapt in Castricum