Illustratie: Mark Witton
Amerikaanse wetenschappers hebben een prehistorische krokodil met een ‘katachtige’ kop opgegraven. Het roofdier leefde pakweg 100 miljoen jaar geleden in wat nu Oost-Afrika is. De resten van het opmerkelijke reptiel met de naam Pakasuchus kapilimai (paka betekent ‘kat’ in het Swahili) zijn gevonden in een 105 miljoen jaar oude rotspartij in Tanzania. Vooral de kleine, katachtige schedel van de krokodilachtige is erg bijzonder. De kaken en tanden van het dier lijken meer op het gebit van een zoogdier dan op de bek van een reptiel. Dat schrijven wetenschappers van de University of Ohio in het tijdschrift Nature. Ook de neusgaten van het reptiel zijn opvallend. Ze zitten aan de voorkant van de schedel. Bij de meeste krokodillen zitten de neusgaten meer aan de bovenkant, zodat ze adem kunnen halen terwijl ze in het water liggen. De wetenschappers vermoeden dan ook dat het nieuw ontdekte reptiel voornamelijk op het land leefde. Pakasuchus kapilimai was waarschijnlijk ongeveer 50 centimeter lang van kop tot staart en maakte jacht op insecten en andere kleine landdieren. Zijn dunne, relatief lange poten zouden tijdens de jacht op deze snelle prooidieren goed van pas zijn gekomen.
Bron: The Daily Telegraph
Lees ook:Prehistorische krokodilachtige liep op achterpoten
Lees ook:Reptiel met vervaarlijke tanden gevonden in Tanzania
Lees ook:Resten van reuzendino gevonden in Frankrijk
Lees ook:Fossiel van onbekende langnekdino gevonden
Lees ook:Naturalis krijgt unieke schedel