De Gobiwoestijn in Mongolië is altijd al een schatkamer voor paleontologen geweest. Onder het woestijnzand ligt een rijke collectie fossielen en dinobeenderen. Een opvallende dinosauriër die inmiddels is opgetakeld uit zijn laatste rustoord, is de vreemd uitziende Psittacosaurus gobiensis. Dit was een kleine planteneter (iets minder dan een meter lang) met een papegaaiachtige bek. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat Psittacosaurus die snavelachtige bek voornamelijk gebruikte om harde noten te kraken. Extreem sterke kaakspieren maakten het voor deze dinosauriër mogelijk om zelfs de hardste materialen vrijwel achteloos te splijten. De vijftig maagstenen laten zien dat het dieet van Psittacosaurus gobiensis grotendeels bestond uit noten en andere moeilijk verteerbare zaden. Een primeur, want dit dier en zijn verwanten zijn de enige notenetende dinosauriërs die tot op heden boven water zijn gekomen. Het veelvoud aan fossielen laat zien dat de psittacosauriërs zo’n 110 miljoen jaar geleden een uiterst succesvolle diergroep vormden. Dit had waarschijnlijk te maken met hun voedingsgewoonten. Door dingen te eten die andere dieren niet konden stukbijten of verteren, hadden ze weinig concurrenten en occupeerden ze met succes een specifieke ecologische niche.
Foto en video: National Geographic News
Lees ook:Oudste fossielen van bloeiende planten ontdekt
Lees ook:Malaria bestond vermoedelijk al in dinosaurustijdperk
Lees ook:Canadees dinograf ontdekt
Lees ook:Raadselachtig dinofossiel gevonden op Madagaskar
Lees ook:Reusachtige dinosauriër ontdekt in China