The Cove heeft vannacht tijdens het jaarlijkse Oscargala het felbegeerde beeldje voor beste documentaire in de wacht gesleept. De film schetst een ontluisterend beeld van de dolfijnenslachting die elk jaar vaste prik is in het Japanse plaatsje Taiji. Het vlees van de geslachte dolfijnen wordt deels opgegeten en (voor minder dan tien dollar per pakje) verkocht, maar soms ook gewoon weggegooid omdat het dermate veel giftige stoffen bevat dat consumptie uit den boze is. De dieren die de slachtpartij overleven, worden verkocht aan dolfinaria en themaparken. Regisseur Louis Psihoyos greep tijdens de uitreiking in het Kodak Theater bovendien de mogelijkheid aan om zich uit te spreken tegen het houden van dolfijnen en walvisachtigen in gevangenschap. “Niet alleen is de manier waarop de dieren gevangen worden vaak niet plausibel, ook een incident als de dood van orkatrainster Dawn Brancheau laat zien dat het onverstandig is om deze intelligente dieren op te sluiten in een bassin. In het wild is nog nooit een mens door een dolfijn (de orka is namelijk de grootste dolfijnensoort) gedood”, verklaarde Psihoyos.
Lees ook:Tweede Kamer voor verbod op houden van dolfijnen in Zwitserland
Lees ook:Frankrijk verbiedt het in gevangenschap grootbrengen van dolfijnen
Lees ook:Waarnemingsvermogen dolfijnen lijkt op dat van primaten
Lees ook:Sonar van schepen beïnvloedt gedrag van walvisachtigen
Lees ook:Orka overleden in SeaWorld San Antonio