Foto: zandhagedis (man), een typische Meinwegsoort
Morgen is het weer tijd voor de zogenaamde 1000-soortendag, een evenement met (inter)nationale allure dat dit jaar voor mij niet ver van huis plaatsvindt. De diverse biologen en soortspecialisten strijken morgen namelijk neer in Nationaal Park De Meinweg bij Herkenbosch, niet ver van mijn woonplaats Roermond. Tientallen boswachters, biologen en vrijwilligers struinen morgen door het Meinweggebied om alle natuur in kaart te brengen, van libellen tot vleermuizen en van planten tot paddenstoelen, alles komt aan bod. Grote kans dus dat je volop mannen en vrouwen met loepen, determinatieboekjes, kaarten, schepnetten en beschermende adderhandschoenen door de bossen of het struikgewas ziet lopen. Doel is om te laten zien hoe groot de biodiversiteit in een bepaald gebied is. Wat dat betreft zit het wel snor in het Meinweggebied. Binnen de grenzen van het park en in de directe omgeving ervan zijn al meer dan zesduizend soorten geregistreerd. Die soortenrijkdom heeft vooral te maken met de landschappelijke diversiteit die zo kenmerkend is voor het Meinweggebied, een natuurrijke lappendeken van bos, heide, beekdalen, poelen en verruigde akkers. De organisatie van de dag is in handen van EIS in samenwerking met het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg, Staatsbosbeheer en waarneming.nl. Op de jaarlijkse 1000-soortendag worden vaak hele bijzondere soorten waargenomen. Zondag volgt de voorlopige eindstand van de meest diverse Nederlandse natuurtelling. Vorig jaar werd de 1000-soortendag gehouden in De Weerribben.
Lees ook:Soortenrijkdom Meinweg in woord en beeld
Lees ook:Een mooi en soortenrijk natuurweekend
Lees ook:Werken voor de natuur
Lees ook:IUCN wijst overheden op biodiversiteitsverlies
Lees ook:Grote roofvissen hebben het moeilijk in de Caraïben