Basisvoedsel
Aan de Zuidpool dient krill als basisvoedsel voor een groot aantal vissoorten en zelfs voor pinguïns en walvissen. Het krill, een verzamelnaam voor ongewervelde beestjes, is aangewezen op zee-ijs, maar dat wordt door de opwarming van de aarde in toenemende mate een probleem. Biologe Maria Vernet van het Scripps-instituut voor Oceanografie heeft van Antarctica haar onderzoeksdomein gemaakt. Samen met een multidisciplinair team van wetenschappers ontrafelt ze de mysteries van het ecosysteem aan de Zuidpool. Ze spitst haar onderzoek vooral toe op de interactie tussen krill en algen. Het garnaalachtige krill ontwikkelt zich in een zone die geregeld deels uit water, deels uit ijs en deels uit ijspap bestaat: de grens tussen het permanente ijs en de open oceaan. Hier zou de basis voor het ontstaan van de voedselketen op Antarctica liggen. Krill geldt als basisvoedsel voor roofdieren. “Vrijwel alle dieren in dit onherbergzame werelddeel eten krill: vissen, walvissen, pinguïns”, verklaart Vernet. Jong krill heeft zee-ijs nodig om te kunnen groeien. De larven verzamelen zich in het ijs om er algen te eten en zich te verschuilen voor hun roofvijanden. “Zonder ijs is er amper groei van krill mogelijk”, stelt de biologe onomwonden.
Temperatuurstijging
Sinds de jaren 1950 echter is de oppervlakte aan zee-ijs met veertig procent geslonken. Bovendien komen ‘goede’ ijsjaren minder vaak voor. “Timing is alles”, legt Vernet uit, hoewel factoren als wind, zonlicht en oceaanstromen ook een belangrijke rol spelen bij de vorming van het ijs. Wintertemperaturen op het Antarctische schiereiland zijn met vijf graden gestegen in de voorbije zeventig jaar, veel meer dan in de meeste andere gebieden op aarde. Het verlies aan ijs aan de westelijke kant van het schiereiland leidt tot een terugval in krill en algen, de basis van de voedselpiramide hier. Of het verlies kan worden toegeschreven aan natuurlijke seizoensgebonden variaties of te wijten is aan door de mens veroorzaakte klimaatverandering is nog niet met zekerheid te zeggen. “Toch is er een trend van opwarming merkbaar”, weet Vernet.
Minder fotosynthese
Verschillende regio’s reageren verschillend op stijgende temperaturen. Studies suggereren dat het verlies aan zee-ijs leidt tot een grotere oceaanvermenging, een complex geheel van interacties gaande van dominante windrichtingen en getijden tot het moleculaire niveau dat de zoutheid en de watertemperatuur beïnvloedt. Een hypothese luidt dat zonder zee-ijs algen naar donkerder water afdrijven, waardoor er minder fotosynthese mogelijk is.
Voorbode
Een ander element is dat de toegenomen kracht van polaire wind de seizoenscyclus van zee-ijs wijzigt. Het ijs arriveert laat in de winter en trekt vroeger terug. “We zien dat door de opwarming van de aarde deze winden in aantal en heftigheid zijn toegenomen”, verklaart Sharon Stammerjohn, een specialiste aan de Universiteit van California in Santa Cruz. “Wat zich afspeelt op de Zuidpool is vermoedelijk een voorbode van de wereldwijde klimaatverandering”, meent ze. Tot slot wijzen activisten erop dat ook de toegenomen commerciële exploitatie van krill een impact heeft op het ecosysteem. Krill wordt gevangen als voedsel voor viskwekerijen en als omega-3 verkocht in populaire voedingsupplementen. Samen met het verlies aan ijs bedreigt dit de Zuidpool, waar commerciële visvangst samenvalt met het leefgebied van zeehonden, pinguïns en walvissen.
Lees ook:Walvispoep als hulpmiddel in de strijd tegen de opwarming van de aarde
Lees ook:Wetenschappers plaatsen kunstalgen in riffen Middellandse Zee
Lees ook:Krill breekt microplastic af tot nanoplastic
Lees ook:Uitwerpselen leiden naar verblijfplaats pinguïns
Lees ook:De Afrikaanse pinguïn