Het herfsttij van het herpetoseizoen 2017 is langzaamaan weer aangebroken. Je vindt hier en daar nog een enkele adder, hazelworm of bruine kikker in het veld, maar het gros van de reptielen en amfibieën heeft de meeste activiteiten al gestaakt en is al richting een mooi winterplekje getrokken. Gladde slangen, zandhagedissen en levendbarende hagedissen zie je momenteel bijvoorbeeld niet of nauwelijks meer in Nationaal Park De Meinweg, mijn voorkeursoord voor het zoeken naar herpetofauna. Vreemd is dat natuurlijk niet. De eerste helft van november is meestal het tijdstip waarop typisch warmteminnende diergroepen als reptielen en amfibieën in onze contreien langzaamaan in winterrust gaan. Het is ook geen toeval dat de adder vaak de soort is die het langst actief blijkt. Dat deze prachtige slangen ook in landen als Zweden, Noorwegen en Rusland nog voorkomen, toont al aan dat deze reptielen best wel tegen een beetje kou kunnen. Vroeger eindigde het reptielen- en amfibieënseizoen vaak al in oktober, maar door de klimaatverandering zijn de nazomers de laatste jaren gemiddeld een stukje warmer geworden. Vanuit klimatologisch en ecologisch perspectief is dat waarschijnlijk geen goed nieuws, maar als herpetoloog is het wel leuk als je iets langer van je favoriete diergroepen kunt genieten…
Lees ook:Reptielen en amfibieën zoals je ze zelden eerder zag
Lees ook:Reptielenseizoen lijkt nu echt ten einde
Lees ook:IJzeren Rijn opgeknapt voor herpetofauna
Lees ook:Vogels en zoogdieren beter gewapend tegen klimaatverandering dan amfibieën en reptielen
Lees ook:Brand Fochteloërveen decimeert reptielenpopulatie