Vogels en zoogdieren lijken de beste papieren te hebben om de gevolgen van klimaatverandering te overleven. Het zijn namelijk warmbloedige en vaak mobiele diergroepen, wat ze in de gelegenheid stelt om hun leefgebied bij veranderende weersomstandigheden nog wat op te rekken of uit te breiden. Een nieuw onderzoek van de University of British Columbia laat dit zien. De onderzoekers baseren zich op een uitgebreide studie naar het leefgebied van vogels, zoogdieren, reptielen en amfibieën. Aan de hand van onder meer fossiele resten werd nagegaan waar zij in de afgelopen 270 miljoen jaar gewoond hebben en welke temperaturen zij nodig hadden om te kunnen overleven. Voor veel amfibieën en reptielen (snik) lijkt de klimaatverandering dan ook slecht nieuws te zijn. Omdat de lichaamstemperatuur en het activiteitsniveau van deze dieren afhangt van het weer, hebben amfibieën en reptielen meer moeite om lagere of juist extreem hoge temperaturen het hoofd te bieden. Amfibieën, die voor hun voortplanting afhankelijk zijn van water, hebben bovendien ook last van de toenemende verdroging die op veel plekken optreedt.
Lees ook:Klimaatverandering bedreigt meer soorten dan gedacht
Lees ook:Vissen- en amfibieënhart complexer dan gedacht
Lees ook:Bijna een kwart van de Europese amfibieën is in gevaar
Lees ook:Natuur van slag door zacht weer
Lees ook:Klimaatverandering raakt vooral rijkste natuurgebieden erg hard