Foto: geelsnaveltok, Botswana
Vogels die in warme gebieden leven, hebben grotere snavels dan vogels die in de kou leven. Dat komt doordat vogels hun warmte kwijtraken via hun snavel. Dat hebben Australische en Canadese onderzoekers ontdekt, zo schrijven ze in het wetenschappelijke tijdschrift American Naturalist. Met het onderzoek wordt een 133 jaar oude theorie bewezen. Volgens de zogeheten regel van Allen heeft het klimaat beslissende invloed op het uiterlijk van dieren. In koude gebieden hebben dieren in de regel kleinere ledematen, oren en staarten om te voorkomen dat ze warmte verliezen. De onderzoekers vergeleken 124 vogelsoorten uit verschillende klimaatzones met elkaar. “Bij alle soorten was een sterk verband te zien tussen de lengte van de snavel en de omgevingstemperatuur“, verklaart wetenschapper Matt Symonds van de University of Melbourne. “Dit wijst op een evolutionair verband tussen de snavelgrootte en de temperatuurregeling van vogels.” Warmtefoto’s lieten de onderzoekers zien dat bijvoorbeeld toekans grote hoeveelheden warmte verloren via hun snavel. Volgens Symonds is het voor het eerst dat een studie de regel van Allen bij vogels testte.
Lees ook:Olifantenhaar zorgt voor afkoeling
Lees ook:Het hoe en waarom van strepen en vlekken
Lees ook:Lokroep van de reuzenpanda ontcijferd
Lees ook:Kleine hondenrassen zitten er warmpjes bij
Lees ook:Vogels zingen gevarieerder bij wisselvallig weer
Leuk artikel. En geeft inspiratie, heb je een mail gestuurd