In tegenstelling tot wat lange tijd werd verondersteld, hebben leeuwen in Tanzania geen negatieve invloed op de plaatselijke cheetapopulaties. Hoewel leeuwen wel geregeld cheetawelpen doden, zijn het er dermate weinig dat de bestanden er uiteindelijk weinig onder te lijden hebben. De vrouwelijke jachtluipaarden zijn na een eventueel verlies van hun jongen weer snel genoeg vruchtbaar om op soortniveau de door de leeuwen uitgedeelde klappen op te vangen. Afrikaanse wilde honden, die in roedels leven en op die manier door leeuwen eerder opgemerkt en als een bedreiging beschouwd worden, hebben wel te lijden onder de vervolging door de grootste katten van het Afrikaanse continent.Een analyse van met behulp van telemetrisch onderzoek verkregen gegevens uit de periode 1966-1998 liet zien dat de leeuwenpopulatie in dat tijdsbestek verdrievoudigde. Tegelijkertijd nam het aantal wilde honden flink af, terwijl de cheeta-aantallen nagenoeg gelijk bleven. De honden bleken inderdaad verdreven uit de gebieden waar de leeuwen in aantal toenamen. Gegevens uit zuidelijk Afrika lieten een grotendeels vergelijkbaar patroon zien.
Lees ook:Leeuwen met uitsterven bedreigd in West-Afrika
Lees ook:Onbekende groep leeuwen ontdekt in Ethiopië
Lees ook:Aantal wilde Afrikaanse leeuwen over 20 jaar waarschijnlijk gehalveerd
Lees ook:Verwaarloosde Roemeense leeuwen vinden nieuw thuis in Zuid-Afrika
Lees ook:Tijgers bedreigd door hondenvirus